Dakloos in tijden van corona

Op vrijdag slaap je altijd bij een vriend op de bank, maar daar kun je niet meer terecht. ’s Middags even opwarmen in de bieb? Die zit opeens potdicht. Op straat is het stiller dan ooit, een enkele voorbijganger loopt met een extra grote boog om je heen. Corona houdt Nederlanders aan huis gekluisterd, maar wat doe je als je geen huis hebt? In Amsterdam zorgen HVO Querido, de Regenboog Groep en het Leger des Heils voor een slaapplek.

Illustratie tas

Grote stroken tape op de sportvloer begrenzen het tijdelijke onderkomen van daklozen in een sportcomplex in Amsterdam-Zuid. Zes vierkante meter, met daarin een bed, tafel en stoel. Eten doen de bezoekers aan grote tafels, netjes op anderhalve meter afstand van elkaar. Daarna spelen ze een potje tafelvoetbal of kijken ze tv in de hal. ‘Fijn dat Kansfonds ons geld voor de televisies toezegde’, zegt Jolanda Verkuyl, teammanager bij HVO Querido. ‘De verveling slaat genadeloos toe ’s avonds.’

Binnen twee dagen

Als het coronavirus Nederland half maart platlegt, is de winteropvang voor daklozen nog open. Genoeg bedden voor Amsterdamse daklozen, maar onvoldoende ruimte om anderhalve meter afstand te houden. Gemeente Amsterdam stelt geld beschikbaar voor tijdelijke uitbreiding van de noodopvang. En HVO Querido, de Regenboog Groep en het Leger des Heils gaan als een gek op zoek naar geschikte opvanglocaties.

Kansfonds illustratie - Thuisloze

Een lege sporthal vinden is één ding, die bewoonbaar maken is nog heel iets anders. Maar als er nood aan de man is kan het – in twee dagen. In de sporthal in Zuid laat de beheerder binnen een dag een evenementvloer leggen. Het Rode Kruis brengt veldbedden en leent een vrachtwagen om spullen van andere locaties te verhuizen: borden, bestek en linnengoed. En met het sportcafé bij het complex wordt afgesproken dat ze een gezonde warme maaltijd verzorgen. ‘Heel bijzonder, die saamhorigheid en snelheid waarmee alles geregeld kon worden!’, vindt Verkuyl.

Illustratie schoen

Het leven op straat

In totaal verplaatsen de organisaties vijfhonderd bedden over verschillende opvanglocaties in Amsterdam. Vooral sporthallen. Daarmee hebben daklozen ’s nachts onderdak. Maar overdag is de opvang gesloten en brengen mensen hun tijd ‘gewoon’ door op straat. ‘De meeste plekken waar mensen normaal gezien hun tijd doorbrengen, zijn niet langer toegankelijk. Denk aan vaste plekjes binnen, bijvoorbeeld in de bibliotheek’, vertelt Marit Postma, manager bij De Regenboog Groep. ‘Wie gewend is om op straat te “hosselen”, heeft nu moeite om eten of wat geld te regelen. Vaak hebben daklozen een handeltje in ‘t een of ander. Daar is nu even niemand voor te vinden. Voor verslaafden is het moeilijker om aan drugs te komen.’

Aankloppen bij een van de acht inloophuizen van de Regenboog Groep kan nog wél. De inloophuizen zijn langer open en met twee extra tijdelijke locaties is er meer ruimte om anderhalve meter afstand te houden. ’Wij hebben moeten afschalen’, vertelt Kathleen Denkers van de Regenboog Groep. Ze is verantwoordelijk voor de Amsterdamse inloophuizen De Kloof en Makom. ‘Er is nog maar plek voor de helft van de bezoekers. We hebben degenen met een dak boven hun hoofd gevraagd om thuis te blijven. In plaats daarvan ontvangen we nu alleen mensen die echt nergens anders naartoe kunnen. Het verdrietige is dat die mensen thuis het niet makkelijk hebben. Ze vereenzamen, raken in een isolement. Op afstand proberen we wel een oogje in het zeil te houden, onder meer door afhaalmaaltijden aan te bieden, maar het is behelpen.’

Mensen hoeven na een lange nacht niet meer vroeg op pad met een bammetje.

Jolanda Verkuyl Teammanager bij HVO Querido
Illustratie thee thuisloze - dakloos in tijden van corona

Opknappen

Op wat incidentjes met alcohol en drugs na gaat het relatief goed op de opvanglocaties. Maar in de sporthal in Zuid slapen veel ongedocumenteerden slecht. De hele nacht liggen ze te malen: hoe lang gaat deze situatie duren en hoe ziet mijn toekomst eruit? Verkuyl: ‘In overleg met de gemeente hebben we de opvangtijden kunnen verruimen. Daardoor hoeven de mensen na een lange nacht niet meer vroeg op pad met een bammetje in een plastic zakje. Ze ontbijten hier rustig aan tafel. Als ze willen.’

 

Een andere groep lijkt juist op te knappen door de noodopvang: doorgewinterde daklozen, niet zelden verslaafd of met psychische problemen. ‘Het leven op straat is hard, het is fijn voor mensen om daar even afstand van te kunnen nemen’, verklaart Postma. ‘Ze drinken minder alcohol, voeren gesprekken met maatschappelijk werk. Er ontstaat ruimte om naar de toekomst te kijken. De veilige slaapplek en aandacht helpen hen opknappen.’

Illustratie boterham - dakloos in tijden van corona

Ingevlogen hulp

‘Hello, how are you?’ Michael, in het dagelijks leven purser bij KLM, deelt met net zo’n warme glimlach koffie, thee en broodjes uit aan daklozen in sporthal Hogendorphal in het Amsterdamse Westerpark. Hier vangt de Regenboog Groep tijdelijk daklozen op uit Oost- Europa en Noord- Afrika. ‘Ik heb er wel even om gegrinnikt hoe dit vrijwilligerswerk lijkt op mijn werk als purser’, vertelt hij. ‘Maar de verhalen die deze mensen me vertellen, raken me in mijn hart. Seizoenarbeiders die niet terug naar huis kunnen omdat de grens dicht is. Jongens die door corona hun werk in de vleesfabriek kwijtraken, de huur niet meer kunnen betalen en op straat zijn gezet. Voor hen is deze situatie uitzichtloos.

Om de mensen hier wat lekkers en extra aandacht te geven ben ik bij bedrijven in de regio rond gaan vragen naar donaties. De opbrengst tot nu toe: heerlijke macarons uit de KLM Business Class als toetje, repen van Tony Chocolonely én 120 chickenwrapsnacks van een een bekend fastfoodrestaurant voor tijdens de filmavond.’

Horecaondernemers schenken overgebleven eten en drinken. Van frisdrank en kroketten tot hele maaltijden. Vrijwilligers delen handdoeken uit bij de douches en bieden een luisterend oor. Denkers, Postma en Verkuyl zijn onder de indruk van de hulp die massaal wordt aangeboden, ook door partners als Kansfonds. Denkers: ‘Dankzij mensen die hun betaalde werk niet kunnen doen, hebben we toch voldoende handjes in de inloophuizen. Want een deel van onze vrijwilligers is tijdelijk niet beschikbaar. Hun gezondheid of die van hun partner is te broos.’