‘Het kost me iedere keer maar een uurtje om even boodschappen te halen en te brengen. Ik heb geen auto, dus ik doe alles op de fiets. Soms is het weinig, soms fiets ik met uitpuilende tassen aan mijn stuur. Maar gelukkig is Lelystad niet zo groot. Vaak is er even een korte babbel bij de deur. Laatst vroeg een mevrouw hoe ik heette. ‘Pas goed op jezelf, Oussama’, zei ze, ‘ik ben je heel dankbaar. We hebben jullie nodig.’ Dat raakte me.
Wat soms lastig is: mijn vader hoort zelf bij de risicogroep. We moeten heel voorzichtig met hem zijn. Ik maak altijd de afweging of ik wel bij hem langs kan gaan. Als ik boodschappen heb gedaan voor iemand, moet ik daar even een paar dagen mee wachten.
Ik denk wel dat mijn ouders het hartstikke goed vinden dat ik dit doe. Ik ben ook zo opgevoed: je helpt wanneer je kan. Dat zit in ons geloof. Nu, tijdens de ramadan, is het extra fijn om stil te staan bij mensen die hulp nodig hebben. Zo veel moeite is het ook helemaal niet om te helpen. Natuurlijk had ik in deze coronatijd in de pauzestand kunnen gaan staan omdat alles stilvalt. Maar ik vind het gewoon zonde van mijn tijd om alleen iets voor mezelf te doen.’