De sociaal werkers van Stichting Straatadvocaat benaderen dak- en thuisloze mensen proactief op straat. Ze zijn allemaal ervaringsdeskundige en zelf ook verslaafd of dakloos geweest. Daarom weten ze wel waar ze hen kunnen vinden. Vaak is dat in het park, het station of de coffeeshop. Door hun achtergrond maken ze gemakkelijker contact met de doelgroep dan de reguliere hulpverlening.
Onafhankelijke hulp
De meeste mensen die we helpen, hebben weinig vertrouwen in de gemeente en zorginstellingen. Daarom is onze stichting onafhankelijk’, vertelt voorzitter Eric Rudolphi (64). ‘We zijn geen hulpverleners, maar dienstverleners. We denken met ze mee en behartigen hun belangen bij zorginstanties en de gemeente. Zij willen of kunnen door allerlei redenen niet in gesprek met hulpinstanties. Daarom proberen wij ze een duwtje in de goede richting te geven en bieden we aan om mee te gaan. Op die manier helpen we om de boodschap helder te verwoorden, zodat ze begrijpen wat er van ze verwacht wordt.’
The Living Museum
De organisatie is een kleine twee jaar oud. Een eigen kantoor staat hoog op het verlanglijstje. ‘De intakegesprekken met cliënten deden we eerst vanuit ons eigen huis’, vertelt Eric. ‘Om de veiligheid van onze straatadvocaten te waarborgen, zijn we daarmee gestopt. De terrassen en cafés werden onze intake-locaties.’ Maar dan gooit de lockdown roet in het eten en moet ook de horeca haar deuren sluiten. Er zit maar één ding op: razendsnel een eigen pand vinden. En dat lukt. Binnenkort opent de stichting “The Living Museum”: een kantoor en atelierruimte ineen, speciaal voor daklozen én kunstenaars.”
Kunst geneest
De stichting wil meer dan alleen een werkruimte voor de straatadvocaten. Daarom gaat ze een samenwerking aan met Rokus Loopik, bedenker van het concept The Living Museum. Een plek waar mensen kunst maken en tegelijkertijd werken aan hun herstel. Eric: ‘Ook professionele kunstenaars bieden we atelierruimte in het pand. We hopen op een mooie chemie tussen deze twee doelgroepen. Dankzij hulp van Kansfonds, de provincie en het bedrijfsleven kan The Living Museum haar deuren openen voor bezoek.’