Gewoon geld geven: helemaal zo gewoon nog niet

Armoede in Nederlandse gezinnen. De cijfers blijven onverminderd hoog en de verhalen zijn schrijnend. Een jaar geleden lanceerden we ons breekijzer om armoede te helpen doorbreken: Gewoon geld geven. Wat komt er allemaal kijken bij ‘Gewoon geld geven’ en wat hebben we dit eerste jaar geleerd? Lees mee hoe we in de wereld van wet- en regelgeving doken.

Het probleem van het systeem

Ooit is bedacht dat een lage uitkering dé prikkel is om mensen uit de armoede te krijgen. Eén ding is zeker. De armoedecijfers zijn door die aanpak van de afgelopen 20 jaar nauwelijks gedaald. Gebrek aan geld drukt mensen juist dieper de armoede in. Ook het wantrouwen duwt mee. Het armoedebeleid is ingericht om fraude te voorkomen. Maar daardoor raken gezinnen juist de controle over hun leven kwijt. Dat doet iets met mensen die kansen zien, vooruit willen en zelf hun keuzes moeten kunnen maken.

Er zijn zo’n 600.000 huishoudens die alles uit zichzelf moeten halen om er het beste van te maken. Elke dag weer. Terwijl er niet genoeg geld is om van te leven en de schulden zich intussen opstapelen. De toeslagenaffaire rond de kinderopvangtoeslag is maar het topje van de ijsberg. Er zit een hele groep mensen onder die nu niet zichtbaar is geworden. Een groep die zich ook elke maand afvraagt of ze wel kunnen rondkomen, ondanks heel hard werken. Mensen die elke dag pijnlijke keuzes moeten maken, bijvoorbeeld wie van de kinderen op een sport mag.

Zulk onrecht klopt niet in een land als Nederland. We kunnen armoede niet als vanzelfsprekendheid accepteren. Kansfonds gelooft in een samenleving waarin ieder mens telt. Dat betekent ook dat ieder mens recht heeft op een waardig bestaan met voldoende middelen om van rond te komen. Daarom zetten we dit breekijzer in en gaat de Hogeschool van Amsterdam (HvA) onderzoeken wat we van ‘Gewoon geld geven’ kunnen leren.

maatje helpt meisje

Als je mensen écht wilt helpen, moet je het anders gaan doen

In de afgelopen jaren hebben organisaties ingezet op allerlei oplossingen om mensen in armoede te helpen. Kansfonds ook. Zoals sociale steun en hulp bij schulden. Maar het blijkt niet genoeg, het pakt het werkelijke probleem onvoldoende aan. We moeten het dus drastisch anders gaan doen. Verschillende buitenlandse onderzoeken, waaronder een in Stockton in de VS, laten zien dat arme mensen die onvoorwaardelijk geld krijgen en zélf mogen bepalen hoe ze dat besteden, hun leven vaak zelf op de rit krijgen. Die pijlers zijn ons vertrekpunt: 

  • We bieden extra financiële ruimte, omdat gebrek aan geld continue stress geeft. Als je die factor wegneemt, ontstaat er ruimte om aan lange termijnoplossingen te werken.
  • We geven vertrouwen, in plaats van wantrouwen en controledrang. Deze manier van doen zit in het DNA van Kansfonds.

Ondanks de positieve voorbeelden uit het buitenland pretenderen we niet dat onze aanpak dé oplossing is. We zijn bereid gaandeweg te leren van onverwachte en verrassende uitkomsten. Dat hoort erbij als we onszelf, onze partners en de samenleving uitdagen om het probleem bij de wortels aan te pakken. 

De regelgeving van het Nederlandse armoedebeleid zit zo complex in elkaar dat als je aan de ene kant geld geeft, iemand aan de andere kant wordt gekort. Maar eigenlijk heeft niemand het overzicht.

We maken de balans van het afgelopen jaar op met programma adviseur Kurdestan Smit. Kan je ons eens meenemen in de zoektocht?

Kurdestan: “We ondervinden aan den lijve dat het huidige systeem van wet- en regelgeving het uitvoeren van onze aanpak niet makkelijk maakt. Het is het afgelopen jaar duidelijk geworden dat ‘gewoon geld geven’ helemaal niet zo gewoon is. Het laatste dat we willen is mensen die in armoede leven, verder in de problemen brengen doordat ze geld van ons ontvangen. In de ‘boodschappenaffaire’ hebben we bijvoorbeeld gezien dat je niet zomaar een gift, zoals boodschappen, mag geven aan iemand met een bijstandsuitkering. Daarom zijn we al ruim een jaar bezig met onderzoeken hoe we het geld wél kunnen geven.”

Een woud aan regels

In onze zoektocht hebben we tientallen mensen geraadpleegd die diep in de materie zitten: van hooggeplaatste ambtenaren bij ministeries tot aan beleidsmedewerkers van verschillende gemeenten, en nog veel meer onderzoekers, juristen en andere specialisten. Het grote probleem is dat als je aan de ene kant geld geeft, er ergens anders wel gekort wordt, vanwege alle verschillende regelingen die invloed op elkaar hebben. Juist de mensen die in armoede leven en het meest gebaat zijn bij een kleine gift, hebben nauwelijks speelruimte. Regels zouden helpend moeten zijn, maar keer op keer vormen ze een belemmering voor deze groep.

Waar zijn jullie tegenaan gelopen?

Kurdestan: “We liepen tegen een woud van regels aan. Allereerst is in de Participatiewet vastgelegd dat de gemeente inkomsten verrekent met de bijstandsuitkering. Met ‘Gewoon geld geven’ gaan we gezinnen in de bijstand 2 jaar lang maandelijks €150 euro geven. Dat betekent een structurele gift gedurende die 24 maanden. Volgens de Participatiewet is dat extra inkomen en dan word je gekort op je bijstandsuitkering. Dat willen we dus niet. Om dat op te lossen, konden we aanspraak maken op een artikel van de Participatiewet dat de mogelijkheid biedt een uitzondering te maken voor giften. Dat ging natuurlijk niet zomaar. Het betekende een beleidswijziging binnen de gemeente om de ‘giftendrempel’ te verhogen naar €1.800 per jaar en akkoord door het College van B&W daarvoor. Dat soort processen vraagt tijd, veel tijd. Maar op 18 juni was de Gemeente Zaanstad akkoord en zijn we officieel gestart.” 

Het effect van ‘gewoon geld geven’ aan Zaanse gezinnen in armoede

Gemeente Zaanstad doet mee aan het onderzoek naar de effecten van een onvoorwaardelijke, maandelijkse gift aan gezinnen met een bijstandsuitkering. In totaal worden 300 Zaanse gezinnen betrokken bij het onderzoek.
Nieuws
Lees meer over Gewoon geld geven in Zaanstad

Waren er nog andere obstakels, de Belastingdienst misschien? 

“Ja, ook binnen de regelgeving van de Belastingdienst zitten moeilijkheden. Hoewel onze jaarlijkse gift van €1.800 (€150×12) onder de drempel om belastingvrij te kunnen schenken ligt (€2.274 is die drempel in 2022), liepen we er tegenaan dat onze gift als een totaalbedrag in het eerste jaar wordt gerekend. Omdat het een structurele gift is, komt het totaalbedrag van 2 jaar (€3.600) hoger uit dan de drempel van €2.274. Dat zou betekenen dat de deelnemers aan ons onderzoek belasting moeten betalen over de gift, waardoor de gift netto minder wordt. De oplossing die we daarvoor vonden was: de gezinnen doen in het eerste jaar waarin ze de gift ontvangen ‘aangifte schenkingsbelasting’. Zij kunnen daarin een beroep doen op een bijzondere vrijstelling omdat de gift door Kansfonds gegeven wordt en Kansfonds een ANBI is. De te betalen belasting wordt dan €0. En om te zorgen dat dit ook in de praktijk goed verloopt, krijgen de gezinnen hulp bij het doen van hun belastingaangifte. Dus ook daarvoor vonden we een oplossing met medewerking van alle betrokken partijen.” 

De hobbel van gemeentelijke belastingen 

“Naast de landelijke belastingen zijn er ook nog de gemeentelijke belastingen (o.a. afvalstoffenheffing, rioolheffing, hondenbelasting). Deze kunnen oplopen tot zo’n €600,- voor een huishouden, afhankelijk van de woonsituatie en gemeente. In veel gemeenten kunnen mensen die een inkomen hebben tot 90-100% van het bijstandsniveau, kwijtschelding aanvragen voor deze belastingen. Maar als zij de maandelijkse gift van €150 ontvangen, komen ze boven de bijstandsnorm uit. Daarmee kan een gezin die maximale €600 aan kwijtschelding verliezen. En dan zou 1/3 van onze jaarlijkse gift van €1.800 dus niet bij de gezinnen terechtkomen. Op dit moment zijn we bezig om ook voor deze hobbel een passende oplossing te vinden.”

En heeft de gift nog effect op de toeslagen?

“Dat hebben we natuurlijk ook onderzocht, maar daar ontstaat geen probleem. De bijstandsuitkering en totale gift samen, liggen onder het drempelinkomen voor toeslagen.”

Als zelfs de specialisten niet alle antwoorden hebben, hoe kan de gewone burger de regels dan begrijpen?

Zijn er andere mogelijkheden om ‘gewoon’ geld te geven? 

“We hebben andere routes onderzocht. Bijvoorbeeld via de vrijwilligersvergoeding. Die vergoeding is maximaal €5 per uur. Als we een gezin €150 per maand geven, dan zou daar dus 30 uur per maand aan vrijwilligerswerk tegenover moeten staan. Die vergoeding staat niet in verhouding tot het verrichte werk voor deelname aan het onderzoek. Voor experimenten van maximaal 2 jaar kan op die regel een uitzondering gemaakt worden, maar dan moet het doel zijn om mensen beter naar werk toe te leiden. En dat is niet het doel van ‘Gewoon geld geven’.

Wij willen gezinnen de rust en ruimte geven, zodat ze zelf kunnen bepalen wat ze met het geld én hun tijd doen. Dat hoeft niet per se besteed te worden aan het vinden van een baan. Het kan ook gaan naar het welzijn en de ontwikkeling van het gezin bijvoorbeeld. Bovendien zou de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid goedkeuring moeten geven voor een dergelijk experiment én besluit het ministerie welke gemeenten eraan meedoen. Dat past niet bij onze aanpak, waarin we al in een ver stadium zijn met gemeente Zaanstad.”

Gezin Lilla en Zsolt GGG

Kortom, ‘gewoon geld geven’ is zo gewoon nog niet? 

“Inderdaad. Als zelfs de specialisten niet alle antwoorden hebben, hoe kan de burger die de eindjes aan elkaar moet knopen, de regels dan begrijpen? De gesprekken met tientallen juristen, onderzoekers, specialisten van de Belastingdienst en beleidsmakers van ministeries en gemeenten, hebben na ruim een jaar nog geen uitsluitsel gegeven hoe we ‘gewoon geld kunnen geven’. Pas als we zeker weten dat de gezinnen die meedoen, het geld kunnen ontvangen zonder dat het ergens weer teruggevorderd wordt, gaan we van start met het onderzoek.

Ondertussen zitten we natuurlijk niet stil. Naast wet- en regelgeving, zijn er ontzettend veel andere zaken die geregeld moeten worden om ons onderzoek mogelijk te maken. Zoals de selectie van deelnemende gezinnen en het mogelijk maken van de betalingen. We werken aan alle scenario’s, kansen, belemmeringen en ander uitzoekwerk dat daarbij komt kijken.”

Wanneer denk je dat het onderzoek start? 

“We hopen nog dit jaar te starten met de pilot die drie maanden duurt, als we de laatste hordes rond de wet- en regelgeving overwonnen hebben. Tijdens die pilot en een maand na afloop zullen we continu leren en evalueren van wat goed gaat en wat anders moet. Met alle inzichten gaan we daarna van start met het twee jaar durende onderzoek.”

En wat gebeurt er met de opbrengsten van ‘Gewoon geld geven’?

“Het onafhankelijke onderzoek van de HvA is een wezenlijk deel van onze aanpak. Daarmee dragen we zowel in Nederland als wereldwijd bij aan de data over het effect van geld geven aan gezinnen in armoede. Een ander belangrijk onderdeel van onze aanpak is het uitvoeren van een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA). Met de inzichten die we opdoen willen we aandacht en bewustzijn creëren voor systeemfouten en de discussie over armoede in Nederland voeren.

Want één ding staat vast: we hebben nieuwe oplossingsrichtingen nodig om af te kunnen rekenen met armoede. Daar pakken we nu op door, dat onderzoeken we en zetten we op de maatschappelijke agenda. Daarvoor zullen we bijvoorbeeld bijeenkomsten organiseren. En we maken de harde cijfers, schrijnende verhalen en eigen onderzoeksresultaten op een laagdrempelige manier toegankelijk voor een breed publiek. Er zijn veel ideeën die we op dit moment aan het verkennen zijn!”

De stappen die we tot nu toe gezet hebben, leren ons heel veel. Over de pijnpunten in het systeem. Maar ook over de betrokkenheid, welwillendheid en het lef van partners.

Hoe staat het met jouw vertrouwen in ‘Gewoon geld geven’? 

“We hebben een ambitie voor ogen. Stel je voor dat het armoedeprobleem in ons land wel degelijk is op te lossen? Gewoon door te doen wat nodig is en ‘genoeg geld om van te leven’ tot maatschappelijke norm te maken. Dan is ‘Gewoon geld geven’ het breekijzer naar een menswaardig bestaan. Dat gaat niet over één nacht ijs.

De stappen die we tot nu toe gezet hebben, leren ons heel veel. Over de pijnpunten in het systeem. Maar ook over de betrokkenheid, welwillendheid en het lef van partners, zoals de Gemeente Zaanstad. Bovendien hebben we al heel veel voor elkaar gekregen, worden we wekelijks benaderd door meer geïnteresseerden, zoals andere gemeentes, fondsen en maatschappelijke organisaties. We merken aan alle kanten dat de steun groot is en de onderzoeksresultaten wereldwijd zijn ook hoopvol. Dus ja, dat geeft me vertrouwen in ‘Gewoon geld geven’.”

Wil jij ook iets doen om armoede in gezinnen te helpen doorbreken?

Doneer dan aan ons initiatief ‘Gewoon geld geven’. Alle steun is welkom en komt geheel ten goede aan deze aanpak.

Ik wil gewoon geld geven