Vol verwachting stapt de 21-jarige Surinaamse Cemora op het vliegtuig van Paramaribo naar Amsterdam. Zwanger én met de droom verpleegkundige te worden. Voordat haar studie begint trekt ze in bij haar vader, die al geruime tijd in Amsterdam woont. Maar dat samenwonen gaat niet van een leien dakje. Door ruzies over geld wordt hun relatie steeds slechter. ‘Toen mijn dochtertje Biossa één jaar was, zette hij ons op straat’, vertelt Cemora. Daar stond ze: jong, moeder, student – en geen rooie cent op zak. Haar schoontante in Amsterdam nam haar gelukkig liefdevol onder haar hoede. ‘Maar na een tijdje had ik echt behoefte aan een eigen plek voor Biossa en mij, zodat ik mijn eigen leven kan leiden en rustig kan studeren.’
Studie versloft
Cemora is niet de enige student die in de problemen kwam toen ze op jonge leeftijd een kind kreeg. Dat zien ze bij het ROC van Amsterdam in Zuidoost ook. ‘Er zijn relatief veel tienermoeders als Cemora in dit stadsdeel’, vertelt opleidingsmanager Janneke Gulen. ‘Als ze een kindje krijgen stoppen ze vaak noodgedwongen met hun studie. Zonde, want het zijn doorgaans sterke meiden die op school prima meekomen. Het is de situatie eromheen die negatieve impact op ze heeft: een slechte relatie met de vader van het kind, geen huis of een onveilige thuissituatie. Terwijl het voor hen júist zo belangrijk is dat ze een diploma halen. Ze hebben een stabiel inkomen nodig en willen een goed voorbeeld zijn voor hun kind.’