Tamara heeft een hoop meegemaakt. De armoede waarin ze jarenlang zat was diep. Met vier kinderen had ze 70 euro per maand om van te leven. Maar er waren ook weken dat er helemaal geen geld was. De vooroordelen sneden het diepst. ‘De ergste? Hoe ik het mijn kinderen kon aandoen dat we in armoede leefden. Alsof armoede een keuze is. Of iets wat je aan jezelf te danken hebt. Maar niemand komt zomaar in die situatie terecht.’
Dus neemt ze als ervaringskennisspecialist in haar gemeente de beleidsambtenaren graag mee op sleeptouw. Hup, de wijk in, mee tot ver achter de voordeur om in het leven te stappen van mensen in armoede. Tamara heeft ‘de sleutel’. Ze was een van hen, waardoor ze meer ziet, meer begrijpt. Zo slaat ze een brug tussen beleid en de mensen voor wie dat beleid is bedoeld. Ambtenaren vragen haar om raad, laten haar aanschuiven. ‘Ik ben er supertrots op dat ze dat doen.’