De mystiek van Casa Migrante

Er zweeft ‘iets’ in de lucht bij inloophuis Casa Migrante en alle bezoekers voelen het. Maar wat? Dat is moeilijk in woorden te vatten. Het zorgt in ieder geval voor veel glimlachen op de gezichten. ‘We maken vaak het onmogelijke mogelijk. Mensen met een heftig verleden zien we hier opbloeien.’

Flarden van Spaanstalige gesprekken komen je tegemoet als je Casa Migrante nadert. Een paar jonge mannen lopen kletsend het gebouw binnen. Het inloophuis in de Ostadestraat van de Amsterdamse Pijp is er speciaal voor Spaanstalige migranten. De stichting helpt hen op diverse manieren bij de integratie in de Nederlandse maatschappij. Zo zijn er taallessen, een ondersteuningsgroep voor vrouwen, culturele avonden en een wekelijks juridisch en psychologisch spreekuur, gerund door vrijwillige professionals.

Ook is er een populaire inloop. Dat is waar de twee mannen naar binnen lopen. Een knus zaaltje gevuld met tafels, stoelen en achterin rijen kasten vol literatuur – naar eigen zeggen de grootste Spaanstalige bibliotheek van Amsterdam. Bij de ingang worden ze warm verwelkomd door de Colombiaanse Alba. Achter een geïmproviseerde bar, gemaakt met wat tafels, schenkt ze koffie voor hen in en maakt ze een praatje. Alba staat hier al jaren als vrijwilliger. ‘Tien jaar geleden ben ik zelf warm ontvangen in Nederland, en dat doe ik nu graag terug. Bovendien kom ik hier ontzettend graag, het is altijd gezellig.’

Even verderop zit een groep gepensioneerde mannen aan tafel een potje domino te spelen. Antonio husselt de stenen, waarna iedereen een hand pakt. De steentjes zetten ze behendig op hun kant, zodat de andere spelers niet kunnen zien wat ze hebben gepakt. Het spelletje is vaste prik in de middag. ‘Gezellig oud worden, noemen wij dit’, zegt Antonio, waarop de rest in de lach schiet. De hechte gemeenschap van Casa Migrante is voor veel bezoekers als thuiskomen, vertelt Toos Beentjes, een van de zes coördinators. ‘We spreken allemaal dezelfde taal en voelen ons verbonden met een gemeenschappelijke achtergrond, waar geloof een deel van is. Dat maakt deze plek uniek.’

Dat beaamt de dominospeler aan de kop van de tafel, ook een Antonio. Hij kwam in 1968 vanuit Tenerife met zijn vader mee naar Nederland voor werk, en is hier altijd gebleven. Ruim 45 jaar werkte hij in verschillende zorgcentra. Nu hij met pensioen is, duren de dagen soms erg lang. ‘Vooral in het weekend, wanneer Casa Migrante dicht is. Vroeger had ik veel gezelligheid van voetbal en toernooitjes. Dat is nu minder. Ook zijn er veel minder buurthuizen in Amsterdam. Ik heb buiten Casa Migrante niet zo veel contacten meer. Daarom zoek ik hier graag de gezelligheid op.’

Onze hechte gemeenschap is voor velen als thuiskomen.

Toos coördinator en pastoraal werker

Mi casa es su casa

Op een tafeltje in de hoek staat een ingelijst portret van de oprichter, met daaromheen brandende kaarsjes. De Amsterdamse pater Theo Beusink begon Casa Migrante in 1961 vanuit zijn eigen huiskamer. Hij ving Spaanse gastarbeiders op en maakte ze wegwijs in Nederland. De pater overleed vier jaar geleden, een groot gemis voor het inloophuis en de migranten. ‘Hij heeft mij en mijn vrouw ooit nog getrouwd’, zegt Antonio uit Tenerife. Inmiddels zit Casa Migrante al jaren in een statig pand van het bisdom Haarlem-Amsterdam en trekt de stichting een grote en diverse groep migranten aan. Van politieke vluchtelingen en ongedocumenteerden uit Zuid-Amerika tot Spaanstaligen die voor werk of de liefde hiernaartoe verhuisden.

Vraagbaak

In de kamer naast de inloopruimte is het dagelijkse spreekuur in volle gang. Een aantal vrijwilligers, onder wie de Nederlandse studente Thadine, helpt bezoekers met uiteenlopende vragen. ‘Vaak hebben mensen hulp nodig bij een vertaling, bijvoorbeeld van een brief van de overheid of belastingdienst. Soms blijkt dat ze iets al lang hadden moeten betalen. Dan druk ik ze op het hart dat ze de volgende keer meteen die brief moeten openen.’ Thadine zocht na een aantal studiemaanden in Ecuador een manier om haar Spaans bij te houden. ‘Dat kan hier volop. Daarnaast hangt hier eenzelfde soort sfeer als in Ecuador, iedereen is ontzettend ontspannen. Ik begin inmiddels de verschillende Spaanse accenten van bezoekers te herkennen!’

Zware verhalen dragen

Veel vrijwilligers zoeken bij Casa Migrante iets van de Spaanse en Latijns-Amerikaanse cultuur, legt coördinator Toos uit. ‘Ze zijn geïnspireerd geraakt tijdens een reis of komen er oorspronkelijk vandaan. Hier vinden ze diezelfde soort betrokkenheid naar elkaar, de warmte van die cultuur.’ Toos vindt het bijzonder dat de zestig (!) vrijwilligers zo toegewijd zijn aan Casa Migrante. ‘Ik wilde dat ik meer tijd voor ze had. Als ik hier ben, is er zoveel werk te verzetten.’

Toos is al meer dan dertig jaar een van de drijvende krachten achter het inloophuis. Naast haar coördinatierol is ze pastoraal werker. Vanuit haar beroep is ze gewend om mensen te helpen die zich geestelijk in een lastige situatie bevinden. Maar ze weet niet of de vrijwilligers die last altijd kunnen dragen.

‘Bezoekers vertellen soms heftige dingen. Huiselijk geweld komt helaas veel voor, maar ook  psychische problemen’, vertelt Toos. ‘Laatst kwam hier een ouder echtpaar uit Ecuador binnen. Hun zoon zit daar in een jeugdbende en had de opdracht om zijn eigen ouders te doden. Dat is, al dan niet expres, mislukt waarna het echtpaar op de vlucht sloeg. Een paar weken later hoorden we dat hun zoon door de bende is vermoord. Dat zijn vreselijke verhalen. We moeten onze vrijwilligers hier beter bij begeleiden. Komend jaar werken we daarom onder andere aan een nieuw vrijwilligersbeleid, met hulp van het programma Fonds Franciscus van Kansfonds.

Het Latijns kwartiertje

Een andere uitdaging waar Casa Migrante aan werkt, is meer structuur creëren in de organisatie, zónder dat hun eigen identiteit verloren gaat. ‘De Latijns- Amerikaanse organisatiecultuur is anders dan de Nederlandse. Daarin zoeken wij een middenweg’, zegt Toos. ‘We voeren hier niet te strikte regels, maar hanteren een zekere flexibiliteit. We nemen de tijd voor mensen. En daardoor lopen we soms wat uit, het ‘Latijns kwartiertje’ noemen we dat. Ook als het spreekuur en de inloop erop zitten, gaan we niet meteen naar huis. De vrijwilligers blijven altijd hangen om de dag samen door te nemen, onder het genot van een drankje en hapje.’

Het ‘iets’ te pakken

‘Die identiteit is ook wat bezoekers en vrijwilligers aantrekt’, gaat Toos verder. ‘De ongedwongen sfeer, de oprechte betrokkenheid bij elkaar, daar zit onze kracht. We maken vaak het onmogelijke mogelijk. Mensen met een heftig verleden zien we hier opbloeien. Dat komt niet alleen doordat mensen hier langskomen, maar ook omdat hun verhaal deel wordt van mijn of jouw verhaal. Ik denk dat dat de mystiek van Casa Migrante is.’

  • Inloophuizen

    Inloophuizen zijn een veilige haven voor mensen zonder thuis. Maar ze verkeren in ernstige financiële nood.

    Alles over Inloophuizen