Een tweede thuis

Midden in een woonwijk in Nijmegen, op de grens van Hees en het Waterkwartier, vind je inloophuis Huis van Compassie. Een inloophuis waar iedereen welkom is. Voor een maaltijd, hulp bij de administratie of zomaar voor een kop koffie en een praatje.

Een inloophuis ook waar de kans groot is dat je niet lang alleen bezoeker zult zijn. Want je wordt er al snel uitgenodigd om mee te doen; je aan te sluiten bij een activiteit of er zelf één te bedenken. En zo word je als bezoeker vaak ook vrijwilliger. Coördinator Pieter Poels: ‘We zien graag dat mensen die stap zetten, want we willen een gemeenschap vormen waarin iedereen gehoord wordt. En waarin iedereen zich thuis voelt. We merken steeds weer dat je dat vooral bereikt door mensen te betrekken bij wat je aan het doen bent en ze de kans geeft mee te doen.’

Iraanse maaltijd

Ook voor Mehri ging dat zo; kort na haar eerste kennismaking met Huis van Compassie, inmiddels zo’n 10 jaar geleden, stond ze er al met een schort voor in de keuken een maaltijd te bereiden. Een Iraanse maaltijd uiteraard, uit het land waar ze geboren is. Het land waarin ze met vier broers en een zus opgroeide in een politiek actief gezin en al op jonge leeftijd haar vader verloor. En het land dat ze ontvluchtte toen ze nog maar 17 jaar oud was. Van de ene op de andere dag bevond ze zich in een onveilige situatie toen haar moeder, haar zus en één van haar broers gevangen werden genomen. Ze vertelt: ‘Onze partij zei tegen me dat het gevaarlijk voor mij was, dat ze mij ook zouden oppakken als ik in Iran zou blijven. Ze hielpen me te vluchten naar Irak. Ook leek het hen beter voor me als ik zou trouwen. Ze hadden al een man voor me uitgekozen. Ik kende hem niet, maar heb gedaan wat ze zeiden en ben met hem getrouwd. Wat moest ik anders?’

Moedig besluit

Samen met haar echtgenoot vertrekt Mehri, die dan hoogzwanger is, na 3 jaar naar een andere stad. Hier hopen ze los te kunnen komen van de politieke partij die hun levens tegen wil en dank met elkaar verbonden heeft. Mehri blikt terug op een moeilijke tijd: ‘We leefden met een groep van zo’n 150 mensen in een vervallen hotel dat eigenlijk gesloopt moest worden. Het was er een troep, er was geen warm water, de omstandigheden waren gewoon niet goed. Ik kon daar niet blijven’.

Ze neemt een moedig besluit: met haar pasgeboren dochter Soraya verlaat ze haar man. Eerst vlucht ze naar Jordanië en van daaruit reist ze door naar Nederland. Onderweg naar Jordanië krijgt de auto die ze deelt met een aantal andere mensen op de vlucht een ongeluk: ‘Ik zat op de achterbank mijn dochter te voeden, we dommelden samen wat weg. Ineens ging het mis, de auto sloeg over de kop. Toen ik bijkwam was mijn kind weg. Ik schreeuwde ‘waar is mijn baby?!’. Gelukkig vonden we haar snel, ze was door het open raam uit de auto geslingerd. Het lijkt wel een wonder, maar ze had helemaal niets, nog geen schrammetje.’

Veilig

Als Mehri en Soraya een maand later in Nederland aankomen, is het januari. Het was koud, dat herinnert ze zich nog goed. Maar wat haar vooral bijstaat is het gevoel eindelijk veilig te zijn. Een gevoel dat ze heel lang niet meer had. En waarvan ze zich pas realiseerde hoe belangrijk het is toen het heel plotseling opnieuw weg was. Dat gebeurde 12 jaar na haar eigen vlucht, toen haar echtgenoot haar achterna reisde: ‘Hij was ineens hier en was ziek en daardoor agressief. Ik was bang voor hem. Hij zat vaak in de gevangenis, maar als hij vrij was, keek ik weer steeds over mijn schouder als ik op straat liep.’ Vier jaar geleden overleed hij en met zijn dood is haar gevoel van veiligheid teruggekeerd. Ondanks alles wat er tussen hen gebeurd is, koestert ze geen wrok. Zelf zegt ze daarover: ‘Iemand die slecht doet, begrijpt niet altijd dat het slecht is. Want als ze dat wel zouden begrijpen zouden ze het niet doen. Dan kan je het ze maar beter vergeven. Anders krijg je zelf geen rust en vrede in je leven. En dat heb ik nu wel’.

Familie

28 jaar nu is Mehri in Nederland, waarvan ze de laatste 20 jaar in Nijmegen woont. Bijna dagelijks is ze bij Huis van Compassie te vinden. Koken doet ze er nog steeds, iedere maandag. Samen met een groepje vrouwen. Ze noemen zich de Angels en met z’n vijven koken ze de sterren van de hemel, soms voor wel 50 personen. Daarnaast verzorgen ze de koffie, thee en hapjes bij vergaderingen en andere bijeenkomsten.

Maar Mehri doet meer dan dat: zo heeft ze een wekelijkse wandelgroep opgezet en onlangs nog begeleidde ze een vakantieproject voor een groep van 25 mensen zonder verblijfsvergunning. Zelf noemt ze het inloophuis haar tweede thuis: ‘Mijn familie in Iran is heel ver weg. Maar de mensen hier bij Huis van Compassie zijn ook een grote familie. Míjn grote familie. Ze helpen mij om positief te blijven. Ik voel me hier echt thuis.’

Ontmoeting

Dat laatste geldt overduidelijk voor meer mensen, want wekelijks komen er zo’n 200 bezoekers en vrijwilligers bij Huis van Compassie over de vloer. Waar het 10 jaar geleden begon met  een filmavond en een maaltijd, staat er nu een drukbezocht inloophuis waar een diverse groep mensen zich welkom weet. Mensen zonder verblijfspapieren of mensen die in armoede leven of dakloos zijn. Maar ook mensen die hun leven op de rit hebben, komen er graag. Pieter: ‘Doordat we zo’n gevarieerd aanbod hebben, bereiken we veel verschillende mensen. We luisteren naar de ideeën die zij zelf aandragen en bieden ze de plek deze uit te voeren. Die ontmoeting tussen mensen met verschillende achtergronden en samen iets moois neerzetten, zorgt voor wederzijds begrip en respect. Ik denk dat juist daarin onze kracht zit.’

Coördinator Pieter Poels en bezoeker Mohammad

Over Huis van Compassie en Fonds Franciscus

Met het programma Fonds Franciscus werken we aan het verstevigen en toekomstbestendig maken van inloophuizen. Huis van Compassie doet mee sinds de start. Wat brengt het hen? Pieter: ‘We zijn in relatief korte tijd heel groot geworden en dat vraagt nogal wat van ons als organisatie. Binnen het programma stemmen we regelmatig met een organisatieadviseur en mensen van andere inloophuizen af over ons ontwikkelingsplan. Hoe brengen we het in de praktijk en hoe zorgen we dat vrijwilligers, beroepskrachten en bestuur er actief bij betrokken zijn? Die kritische blik van derden en het meedenken bij de vele vragen, uitdagingen en dilemma’s die we tegenkomen, is wat voor ons deelname aan Fonds Franciscus een enorme meerwaarde geeft.’

  • Inloophuizen

    Inloophuizen zijn een veilige haven voor mensen zonder thuis. Maar ze verkeren in ernstige financiële nood.

    Alles over Inloophuizen