Een inloophuis ook waar de kans groot is dat je niet lang alleen bezoeker zult zijn. Want je wordt er al snel uitgenodigd om mee te doen; je aan te sluiten bij een activiteit of er zelf één te bedenken. En zo word je als bezoeker vaak ook vrijwilliger. Coördinator Pieter Poels: ‘We zien graag dat mensen die stap zetten, want we willen een gemeenschap vormen waarin iedereen gehoord wordt. En waarin iedereen zich thuis voelt. We merken steeds weer dat je dat vooral bereikt door mensen te betrekken bij wat je aan het doen bent en ze de kans geeft mee te doen.’
Iraanse maaltijd
Ook voor Mehri ging dat zo; kort na haar eerste kennismaking met Huis van Compassie, inmiddels zo’n 10 jaar geleden, stond ze er al met een schort voor in de keuken een maaltijd te bereiden. Een Iraanse maaltijd uiteraard, uit het land waar ze geboren is. Het land waarin ze met vier broers en een zus opgroeide in een politiek actief gezin en al op jonge leeftijd haar vader verloor. En het land dat ze ontvluchtte toen ze nog maar 17 jaar oud was. Van de ene op de andere dag bevond ze zich in een onveilige situatie toen haar moeder, haar zus en één van haar broers gevangen werden genomen. Ze vertelt: ‘Onze partij zei tegen me dat het gevaarlijk voor mij was, dat ze mij ook zouden oppakken als ik in Iran zou blijven. Ze hielpen me te vluchten naar Irak. Ook leek het hen beter voor me als ik zou trouwen. Ze hadden al een man voor me uitgekozen. Ik kende hem niet, maar heb gedaan wat ze zeiden en ben met hem getrouwd. Wat moest ik anders?’