‘Misschien is dat wel wat er gebeurt, als ik als buurtpastor de tijd neem voor mensen. Ik loop een stukje mee, ben nieuwsgierig naar ze. Dan kijk je al snel voorbij hun moeilijke situatie, voorbij de dingen die niet goed gaan. Wat mensen dan laten zien, dat is heel bijzonder. Een enorme overlevingskracht. Een stil verlangen naar iets. Ik vraag vaak aan ze: wat let je? Dikwijls komen ze dan tot iets wat zij zelf niet voor mogelijk hadden gehouden. Dan heb je iemand geholpen zichzelf te helpen.
De mensen die ik ontmoet, vertellen tussen de regels door vaak hele tragische dingen. De eenzaamheid waarin ze leven. De ontwrichting van hun bestaan, om welke reden ook. Weet je dat de meesten nooit iets positiefs te horen krijgen? Dat ze bijvoorbeeld lekkere koffie kunnen zetten? Dat het knap is dat ze ondanks alles zo ver gekomen zijn? Ik vind dat verschrikkelijk. Laat mij dat dan maar zeggen. Keer op keer. Omdat het fijn is. Omdat het lichtheid brengt. Maar vooral omdat het recht doet aan de ander – en aan onszelf.’