‘Hoe een wantrouwende overheid ons leven veranderde’

Ze kon het eigenlijk niet geloven, maar het stond er echt. 30.000 euro moest Naomi betalen omdat ze gefraudeerd zou hebben met de kinderopvangtoeslag. ‘Het hele systeem draait om wantrouwen. Ik wil graag eens koffie drinken met degene die dát heeft bedacht.’

‘In eerste instantie denk je: dit is een grap, hier is iets niet goed gegaan. 30.000 euro? Je gaat bellen, mailen, maar je komt geen steek verder. Niemand kan je helpen. Toen ik in naam van de Koning een dwangbevel kreeg, wist ik dat geen enkel verweer meer hielp. Ik ben het maar gaan betalen, ik moest wel, stukje bij beetje. Uiteindelijk heb ik daarvoor acht jaar in de bewindvoering gezeten. Inmiddels heeft de staat erkend dat er van fraude geen sprake was. Mijn advocaat vroeg laatst: welk bedrag gaan we eisen? Ik heb geen idee. Niks kan dit goedmaken.

Toen het dwangbevel kwam, had ik na een moeilijke tijd mijn leven weer op de rit, ik ging als een trein. Ik had mijn opleiding voor jongerenwerker gehaald, ik was aan het re-integreren. Om opvang te hebben voor de kinderen, verwees de gemeente me naar het bureau voor de kinderopvang. De aangevraagde toeslag werd direct aan het bureau overgemaakt, ik heb het geld zelf dus nooit gehad. Nog steeds begrijp ik niet wat er mis is gegaan.

Ik weet niet wat het ergste is, los van de situatie waarin ik terechtkwam. Niemand zal het uitspreken, maar het was alsof er een vinkje achter mijn naam stond. Ik zou vast niet deugen. Ik kwam immers uit een gewelddadig gezin met een criminele vader. En na mijn scheiding belandde ik met mijn kinderen in de armoede, we waren zelfs een tijdje dakloos.

Ik heb het vinkje ook gevoeld toen ik hulp ben gaan zoeken voor mijn oudste dochter. Ik was erachter gekomen dat ze jarenlang misbruikt is geweest door haar opa. Het was verschrikkelijk, we waren kapot van verdriet. Twee dagen later stond er acht man politie in mijn huis. Mijn dochter werd geboeid meegenomen, ze was nog maar twaalf. De andere kinderen waren erbij, we zaten net aan tafel. We kregen geen hulp. In plaats daarvan werd ze opgesloten in een jeugdinrichting.

Alles stortte in, behalve ikzelf. Ik dacht: dat gaat níét gebeuren, mij krijgen ze niet kapot. Het systeem dat een vangnet zou moeten zijn, heeft ons enorm veel ontnomen. Al die tijd heeft het leven stilgestaan en heb ik de kinderen veel moeten ontzeggen. Niks kon. Was je kind jarig en vroeg je aan de bewindvoerder: mag ik alsjeblieft een tientje extra voor een cadeautje? Dan zei hij: dat is wel erg veel. Gevochten heb ik: voor mijn kinderen en tegen allerlei instanties. Ik kan daar nog steeds heel emotioneel van worden.

Het systeem deugt gewoonweg niet. Niemand die naast me ging staan om met me mee te kijken: wat gebeurt hier en hoe lossen we dit op? Behalve dan mijn jobcoach. Zij geloofde me, ze vertrouwde me, ze steunde me – ook toen zij mijn jobcoach niet meer was. Zo reed ze me een keer naar mijn dochter in de instelling, ik had zelf geen geld voor de reis. Daar is ze toen op aangesproken door haar leidinggevende, want dat is niet volgens de regels. Van de professionals die mij destijds hielpen, hebben er inmiddels zes ontslag genomen. Ik snap dat. Hoe kun je iemand helpen als je niet kunt doen wat nodig is?

Ik ga graag koffie drinken met degene die dit systeem bedacht heeft. Ik zou zeggen: lieverd, welke nare ervaring heeft jou toch doen besluiten om dit systeem zo op tuigen? Vanwaar al dat wantrouwen? Ik zou die persoon laten zien wat het effect ervan is. Want de echte fraudeurs komen ermee weg. Maar de mensen die oprecht hun leven op de rit willen krijgen, worden gehinderd en beschuldigd.

Hoe ik het heb overleefd? Toen ik negen was, zorgde ik al voor mijn moeder, broertjes en zusje. Er was niemand die naar me omkeek en het voor me opnam. Ik dacht: als ik het toen redde, dan moet het dertig jaar later ook wel lukken. Heel simpel. Die gedachte maakte me sterk. Ook wilde ik een voorbeeld zijn voor mijn kinderen. Niet instorten, maar blijven staan. Altijd netjes blijven en oprecht, ook als je in conflict raakt met de overheid of de hulpverlening. Want als je dat zelf niet bent, kun je dat ook moeilijk van de ander verwachten.’

De gebruikte naam is om privacyredenen gefingeerd. De echte naam van Naomi is bekend bij ons.

Tekst door Cecile Vossen