Knokken voor een schone lei

Twaalf jaar lang droeg Sandra Doevendans (39) een loodzwaar geheim met zich mee. Terwijl haar carrière een vlucht nam, bleef een ton schuld uit het verleden haar achtervolgen. Ze werkte zestig uur per week, maar moest thuis ieder dubbeltje omdraaien. Nu is ze stadsdeelbestuurder van Amsterdam Nieuw-West en wil ze het taboe rondom geldproblemen doorbreken.

‘Soms vraag ik me af: wat had ik allemaal gekund als ik geen schuld had gehad? Als ik al die energie ergens anders in had kunnen stoppen’, zegt Sandra in haar werkkamer op het stadsdeelkantoor. Namens de PvdA zit ze in het dagelijks bestuur van Amsterdam Nieuw-West, met in haar portefeuille onder meer volkshuisvesting en economische zaken. Het gaat goed met Sandra, maar dat is wel eens anders geweest. Op tafel ligt een exemplaar van haar boek Schone Lei, waarin ze haar eigen verhaal vertelt en dat van andere Nederlanders, die net als zij een grote schuld te boven kwamen. Ondernemers, BN’ers en politici. ‘Het boek bevat praktische tips om uit de schulden te komen, maar dient vooral als inspiratiebron. Het laat zien: het kan weer goedkomen met je, écht waar.’

Een enorme loser

Als ze één ding leerde van het maken van dit boek, is het dat mensen met schulden ontzettend divers zijn. ‘Het kan iedereen overkomen. Maar het irriteert me enorm dat deze groep in de media zo stereotiep wordt neergezet, als lui en dom. Dan zag ik als twintiger iemand op het journaal in de voedselbank staan en zware shag roken. Tja, daar herkende ik mezelf niet in. Al die jaren dat ik een schuld had, heb ik nooit iemand ontmoet met wie ik me kon identificeren. Of iemand die zijn geldzorgen overwonnen had, tegen wie ik kon opkijken. Geldproblemen zijn nog steeds een groot taboe in Nederland. Ik heb me zo geschaamd voor mijn situatie, ik voelde me zo’n enorme loser. Daardoor durfde ik pas in 2018 over mijn schuld te praten… toen ik ’m volledig had afbetaald.’

Als ik had gepraat, had ik eerder mensen ontmoet die me konden helpen.

Eigen kroegbaas

Sandra was eenentwintig toen ze een café kocht in de Amsterdamse Pijp. Een echte buurtkroeg met een vaste klantenkring. Vol enthousiasme begon ze aan het avontuur. Maar al gauw ontdekte ze dat het financieel moeilijk te bolwerken was. ‘Ik had stamgasten die elke dag hun hart kwamen luchten. Heel bijzonder, maar ik verdiende niet veel aan ze. Ik ontdekte dat achter de bar staan ook welzijnswerk is, en daar bleek ik goed in te zijn. Allerlei gezellige avondjes organiseerde ik voor ze, terwijl de huur en de contracten met de energieleverancier en bierbrouwer doorliepen.’ Na verschillende vechtpartijen in de kroeg moest ze een aantal vaste klanten de toegang weigeren. En daarmee liep ze ook een stuk omzet mis. Na twee jaar trok ze haar conclusie: dit ging zo niet langer. Ze verkocht de boel met verlies en bleef achter met een schuld van bijna een ton.

Een bodemloze put

Sandra besloot terug naar school te gaan. ‘Ik was zwanger en wilde een diploma halen, zodat ik meer waard zou zijn op de arbeidsmarkt. En mijn zoon meer stabiliteit kon bieden.’ Maar de schuldhulpverlening gooide roet in het eten. ‘Zij konden me alleen helpen als ik 36 uur zou gaan werken, dat was destijds de regeling voor ondernemers. Maar dan zou ik nooit meer teruggaan naar school, schatte ik in.’ Ze wees het schuldhulptraject af en ging studeren. Met haar schuldeisers maakte ze afspraken, elke maand loste ze zo’n 400 euro af. Tijdens en na haar studie werkte ze veel om alle eindjes aan elkaar te knopen. ‘Maar door alle rentes was het bijna onmogelijk om tegen die schuld op te boksen. Ik betaalde en betaalde, maar zag het schuldbedrag nauwelijks lager worden. Het leek wel een bodemloze put.’

Om sneller af te lossen besloot Sandra om, naast haar fulltimebaan als welzijnswerker, bij te klussen als freelance consultant in het sociale domein. Ook kwam ze in contact met de PvdA en werd ze statenlid in Noord-Holland. Haar carrière floreerde, maar op persoonlijk vlak stond haar leven stil. ‘Terwijl iedereen om me heen een huis kocht en een gezinnetje startte, bladerde ik nog steeds alle voordeelblaadjes van supermarkten door op zoek naar aanbiedingen. Confronterend vond ik dat. De geldzorgen leverden zoveel stress op, dat ik het gevoel kreeg dat mijn leven ieder moment kon instorten.’

Moegestreden

Sandra probeerde meerdere keren in een schuldhulptraject te komen. Maar vanwege een slepende rechtszaak met een debiteur uit haar oude café, adviseerde de schuldhulpverlening haar om dat eerst af te wachten. ‘Stom natuurlijk, ik had het traject in gemoeten en de kosten van de rechtszaak later moeten afbetalen.’ In 2015 kwam ze dan eindelijk in een traject terecht. ‘En omdat ik toen al goed verdiende, had ik alles binnen twee jaar afbetaald. Na twaalf jaar was ik eindelijk schuldenvrij. Blij? Ik was helemaal kapot.’

Rolmodellen geven hoop

‘Als ik nu terugkijk, zie ik dat die schaamte een grote rol speelde’, zegt Sandra. ‘Ik dacht alsmaar: ik ben een vrouw van kleur en een alleenstaande moeder. Daar kan niet óók nog een schuld bij. Als ik wel had gepraat, had ik eerder mensen ontmoet die me konden helpen, of met wie ik me kon identificeren. Mensen gaan dan met je meedenken, of steken je een hart onder de riem. Dat kan al zoveel betekenen. Het helpt je zelfbeeld op te krikken en om vól te houden. Het is dan ook een van de grootste lessen uit m’n boek: praat! Dat geldt ook voor mensen die een schuld te boven kwamen. Zo zien anderen dat ze niet alleen staan. Rolmodellen geven hoop, hun verhalen komen beter aan dan informatiebrochures. Goed samenleven is samen geldproblemen bespreekbaar maken.’

Het taboe doorbreken

Als stadsdeelbestuurder ziet Sandra nu kansen om het taboe rondom schulden te doorbreken. ‘Het gros van mijn stadsdeelbewoners is momenteel aan het overleven door de energiecrisis en hoge inflatie. Door de crisis zien we in: hee, dit kan iedereen overkomen. Ik hoop dat het mensen de ballen geeft om erover te praten.’ Door haar eigen ervaringen maakt Sandra makkelijk contact met bewoners die het niet breed hebben. ‘Eindelijk iemand die het snapt, hoor ik vaak. Ik zeg dan terug: jij kan uiteindelijk ook bestuurder worden, hè? Kijk maar naar mij, ik heb het ook geflikt.’

Goed samenleven is samen geldproblemen bespreekbaar maken.

Gewoon geld geven

Sandra Doevendans zit in de aanjaaggroep van Gewoon geld geven, ons intiatief om armoede in Nederland te doorbreken. ‘Door gewoon geld te geven, krijgen mensen rust in het hoofd’, zegt Sandra. ‘Ruimte om beter na te denken, hun talenten te ontplooien en uit de armoede te komen. Een deel van de politiek ziet armoede als een probleem van niet de juiste kansen pakken. Maar niet iedereen krijgt dezelfde kansen. Door de inflatie en energiecrisis zitten plots veel meer mensen in nood. Daarom is het nú tijd voor een systeemverandering. En deze aanpak kan daar een grote rol in spelen.’

Lees alles over Gewoon geld geven

Sandra Doevendans

1983 – geboren in Sri Lanka en als één maand oude baby geadopteerd. Groeide op in Amstelveen.

  • 2005 – 2007 Kocht een café in de Amsterdamse Pijp en moest dat twee jaar later met verlies verkopen.

  • 2007 – 2012 Haalde haar vwo certificaten en studeerde Sociale en Culturele Antropologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

  • 2014 – heden Werkte van 2014 tot 2017 bij welzijnsorganisatie Blik op talent. Werd freelance consultant, trainer en coach binnen het sociaal domein. Gespecialiseerd in de onderwerpen armoedebeleid, schulden, jeugd, vrouwen, onderwijs en talentontwikkeling. Was van 2015 tot 2022 Statenlid voor de provincie Noord-Holland.

  • 2021 -heden Publiceerde in 2021 haar boek Schone lei. Was in 2021 en 2022 adviseur van de directeur-generaal COVID-19 bij het Ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Is sinds 2022 stadsdeelbestuurder in Amsterdam Nieuw-West.