Sinds de coronacrisis kreeg Stef amper een letter op papier. Het gebrek aan mensen om hem heen betekende voor hem ook een gebrek aan inspiratie. Maar dan vragen KRO-NCRV en Kansfonds hem voor Serenade van Stef en gaat het weer stromen. De liedjesschrijver spreekt met zijn gasten over hoop en omzien naar elkaar. Na elke ontmoeting componeert hij samen met zijn band een inspirerend lied, waarmee hij zijn gast verrast.
‘Mensen zijn maar blaadjes aan een boom’
Wat is jouw verhaal? Die vraag stelt liedjesschrijver Stef Bos in de tv-serie Serenade van Stef. Hij sprak met mensen die het moeilijk hebben of hadden in hun leven, zoals de ex-dakloze jongen Jeffrey of de Eritrese Abraham die 25 jaar in Rotterdam als ongedocumenteerde leefde. ‘Het is bijzonder als mensen je zo dichtbij laten. Ik voelde me een journalist van de ziel.’
Ik vroeg me af: hoe zou ik omgaan met zulke tegenslagen in mijn leven?
‘Deze mensen planten met hun verhalen zaadjes in mijn hoofd. Ik wil daar de mooiste bloemen van maken. Ze lieten me inzien dat je leven in een fractie van een seconde van richting kan veranderen. Door het noodlot of een ongelukkige afslag. Hun verhalen zijn als een spiegel. Ik vraag me af: hoe zou ik omgaan met zulke tegenslagen in mijn leven? Zou ik als ik bijna helemaal verlamd was net zo positief in het leven kunnen staan? Dat hoor je terug in mijn serenades. Zo zing ik: “Leer me dansen als ik niet meer bewegen kan.”‘
Ook nu de serie is afgelopen blijven de liedjes komen. ‘Dan lig ik in bed na te denken over mensen in de psychiatrie, en hoe dun het lijntje is tussen wat waar is en wat niet. Ik weet dan: dit wordt een liedje. Ga maar rustig slapen, het vliegt vanzelf naar me toe.’
Elkaars verhaal kennen
‘What’s your story?’ Stef kreeg de vraag zelf ook vaak toen hij door Afrika reisde, op zoek naar muziek. In elk dorp was het vaste prik. ‘Ik kwam in een wereld waarin het traditie is om levensverhalen te delen, in gesprekken en via muziek. Je wereld in perspectief plaatsen, je medemens echt als naaste ervaren. Ik werd daar erg gelukkig van. Elkaars verhaal kennen: dáár draait goed samenleven volgens mij om.’
Tijdens deze reizen ontdekte Stef hoe belangrijk het is om je onderdeel te voelen van een samenleving. ‘De Afrikaanse filosofie Ubuntu gaat uit van het idee dat alles en iedereen samenhangt – mens, dier en natuur. Mensen zijn maar blaadjes aan een boom. De blaadjes vallen en vergaan, maar de boom blijft. Een mooi voorbeeld van Ubuntu vind ik president Nyerere van Tanzania. Nadat hij de verkiezingen had verloren, keerde hij terug naar zijn vroegere hutje op het platteland. De machtigste man van een land die zich zo dienstbaar opstelt aan de gemeenschap: zo hoort het te zijn. Ik zou graag in zo’n samenleving leven.’
De verhalen van deze mensen planten zaadjes in mijn hoofd. Ik wil daar de mooiste bloemen van maken.
Niet van mij, maar van ons
‘Ubuntu leert me dat ik pas wat beteken als ik deel uitmaak van een gemeenschap. In kleine Afrikaanse gemeenschappen verhouden mensen zich rechtstreeks tot elkaar. Verkoop je als ondernemer rotte vis, dan krijg je dat meteen te horen. In het westen hebben families, vrienden en buren veel voor elkaar over. Maar bedrijven, ziekenhuizen, scholen en asielzoekerscentra zijn zo groot dat ze die verantwoordelijkheid veel minder voelen. Dat is jammer. Kijk maar eens wat er gebeurt als je een vluchteling onderdak geeft in een dorpje in Zeeland in plaats van in een asielzoekerscentrum. Dan zul je zien hoe liefdevol hij wordt opgenomen en hoe snel hij integreert. Ubuntu heeft ook mijn blik op bezit veranderd. Wil een muzikant mijn liedje gebruiken en veranderen? Prima. Het is niet van mij, het is van “ons’’.’
Thuis in Zuid-Afrika
Stef raakte zo verknocht aan het Afrikaanse continent en de manier van leven, dat hij er samen met zijn gezin inmiddels een groot deel van het jaar woont. ‘Alle schoonheid en lelijkheid komen samen in Zuid-Afrika. Ondanks de chaos van dat land voelt het als thuiskomen. De gastvrijheid, de verhalen, de warmte, de muziek, de geur. Ik heb er veel geleerd, en tóch wil ik er niet permanent wonen. Ik voel me te veel verbonden met Nederland, zelfs nu ik al jaren in Vlaanderen woon. Ik blijf een Nederlander: hier was ik jong, woonden mijn ouders. Hier ligt de oorsprong van míjn verhaal.’