De eerste dagen in het Respijthuis vond ik spannend’, vertelt Bas (36). ‘Ik kreeg plots zoveel zorg en aandacht, dat was ik helemaal niet gewend. Ik zonderde me liever af in mijn kamer. Na een tijdje begon ik de vrijwilligers om me heen langzaam te vertrouwen. En leerde ik dat er ook mensen bestaan met goede bedoelingen. Ik kon fijne gesprekken met ze voeren. De bemoedigingen die ze me gaven, ontroerden me. Ze gaven me het gevoel dat ik waardevol ben en zeiden dat ik hoop moet hebben dat dingen weer goedkomen.’
Opspelende angsten
Bas logeerde bij het Respijthuis om bij te komen van een mentale terugslag. Drie jaar geleden kreeg hij een psychose. Hij werd behandeld, maar de depressie en angstgevoelens bleven. Als zelfstandig ondernemer verloor hij zijn inkomen en uiteindelijk z’n huis. ‘Twee jaar lang zwierf ik rond, soms sliep ik bij familie, dan weer op straat. Daarna besloot ik dat het anders moest, ik wilde weer deelnemen aan het normale leven.’ Hij meldde zich aan bij het daklozenloket van de gemeente Den Haag en kreeg een plek in de opvang. ‘Maar door die nieuwe stap ervaarde ik opeens zoveel druk, dat mijn depressie en angsten weer opspeelden. De straatdokter verwees me toen door naar het Respijthuis om even op adem te komen.’