‘Niet weten of ik na mijn 19e verjaardag nog onderdak had, was stressvol’

Vanaf zijn 14e zat Abdi in verschillende jeugdbeschermings-instellingen. Toen hij 18 werd, kreeg hij een jaar jeugdverlenging en een eigen woonruimte met ambulante begeleiding. Hij zocht zich dat jaar suf naar een woning in de stad waar hij studeert. Naarmate zijn 19e verjaardag naderde, nam de stress toe. Zou het hem lukken om op tijd een studentenkamer te vinden?

‘Op mijn 17e had ik al heel veel vragen over hoe het zou zijn als ik 18 werd. Hoe moest ik een plekje vinden? Hoe zat het met mijn zorgverzekering? Mijn begeleiders zeiden: dat duurt nog even. Niet stressen.’

Die stress kwam een jaar later wel. Hij had nu toch echt een kamer nodig, het liefst in de stad waar hij bezig was met zijn opleiding gespecialiseerd pedagogisch medewerker. Abdi diende samen met zijn trajectbegeleider een urgentieverzoek in bij de studentenhuisvesting, maar die werd afgewezen. ‘Maandenlang heb ik echt op alle kamers gereageerd die ik kon vinden. Ik zat in speciale Facebookgroepen, checkte allerlei sites, had een reminder in mijn telefoon gezet. Voor alle studenten is het moeilijk om een kamer te vinden, maar de meeste studenten kunnen nog thuis blijven wonen totdat ze een kamer hebben gevonden. Ik heb dat privilege niet.’

Gebroken met familie

Abdi is geboren in Somalië. Op zijn 4e kwam hij met zijn familie naar Nederland, maar toen hij 11 was werd hij, tegen zijn zin, weer teruggebracht naar Somalië. ‘De cultuur, de normen en waarden, alles wat daar normaal was, was niet normaal voor mij. Ik was gewend aan hoe het er in Nederland aan toeging. Hier mag je als kind je mening geven, daar kreeg ik meteen klappen als ik mijn mond opendeed. Iedereen zag ook aan hoe ik me gedroeg, liep, praatte en at dat ik niet in Somalië was opgegroeid. Ik wilde daar niet blijven. Mijn vader had me bij familie achtergelaten en was zelf teruggegaan naar Nederland, dus ik dacht: wat doe ik hier eigenlijk nog?’ Na 3,5 jaar verbrak hij de banden met zijn familie en kwam alleen terug naar Nederland. ‘Dat moest gebeuren voor mijn eigen veiligheid, mijn toekomst, mijn geluk.’

Onzekere tijd

Abdi werd eerst op een geheim adres ondergebracht, omdat het gevaar bestond dat zijn vader hem zou vinden. ‘Gelukkig heb ik hem niet gezien sinds ik terug ben.’ Daarna woonde hij op de groep in een jongerenopvang. Het ging goed met hem, maar hij had ook na zijn 18e nog wat tijd nodig om een paar dingen op de rit te krijgen en daarom werd er jeugdverlenging voor hem aangevraagd. Een jaar lang kon hij begeleid wonen. Maar hoe meer zijn 19e verjaardag naderde, hoe groter de stress werd. ‘Mijn trajectbegeleider zei dat ze me echt niet meteen het huis uit zouden gooien. Ze zagen ook wel hoe hard ik mijn best deed om een kamer te vinden. Maar ik had geen idee hoelang ik dan nog zou mogen blijven, aangezien ze na mijn 19e geen geld meer voor me krijgen. Hoe lang houden ze het dan vol om lief voor me te zijn? Dat was een onzekere tijd.’

Hele levensverhaal op papier zetten

Een half jaar nadat zijn eerste urgentieverzoek was afgewezen, mocht hij een nieuwe aanvraag indienen. Alleen moest hij dan wel een brief van zijn psycholoog meesturen. ‘Maar ik heb helemaal geen psycholoog, want ik heb geen mentale problemen. Ik moet werken aan mijn toekomst, dat is het enige.’ Gelukkig was een brief van een gedragswetenschapper van de instelling ook oké. ‘Daarna moest ik een lange brief schrijven, niet meer over waarom ik een kamer nodig had, maar over mijn omstandigheden. Ik moest mijn hele life story op papier zetten, vanaf het moment dat ik terug ben gegaan naar Somalië, totdat ik urgentie aanvroeg. Dat vond ik heel vervelend. Mijn levensverhaal gaat hen niks aan. En voor mezelf was het ook weer naar om alles op papier te moeten zetten en te bespreken met de begeleiders die me hielpen de brief te schrijven. Sommigen wisten niet wat ik allemaal had meegemaakt, dus die reageerden van ‘wat erg voor je’ en dan besef je zelf ook weer hoe heftig het eigenlijk is.’

Meer samenwerken met huurders

Abdi is er nog steeds ontdaan over. ‘Studentenhuisvesting zei ook nog dat ze een jongere zoals ik normaal geen urgentie zouden verlenen. Misschien omdat ze denken dat de instelling huisvesting regelt? Maar dat is niet zo.’ Abdi vindt het vreemd dat er in zijn oude gemeente wel initiatieven zijn om 21-plussers aan een huis te helpen, maar dat die er niet zijn voor jongeren onder de 21. ‘Hoe moet je als 17- of 18-jarige een kamer regelen als je geen connecties, familie of vangnet hebt? Het zou goed zijn als jeugdbeschermingsinstellingen samen zouden werken met andere partijen. Ik snap wel dat verhuurders niet meteen allemaal kamers gaan verhuren aan jongeren die uit de jeugdzorg komen, omdat ze dan denken dat die allemaal heftig of problematisch zijn, maar niet iedereen is zo.’

Abdi kreeg uiteindelijk net op tijd een kamer in een studentenflat. Hij doet dit jaar examen en wil daarna naar het hbo. Hij blijft het gek vinden dat hij daarvoor zijn hele levensverhaal heeft moeten oprakelen, maar hij is superblij met zijn kamer. ‘Het is kleiner dan wat ik hiervoor had, maar dat betekent ook minder schoonmaken. Dat is wel chill.’

Tekst door Valerie Kierkels, beeld door Marieke Odekerken.