Onzekere tijd
Abdi werd eerst op een geheim adres ondergebracht, omdat het gevaar bestond dat zijn vader hem zou vinden. ‘Gelukkig heb ik hem niet gezien sinds ik terug ben.’ Daarna woonde hij op de groep in een jongerenopvang. Het ging goed met hem, maar hij had ook na zijn 18e nog wat tijd nodig om een paar dingen op de rit te krijgen en daarom werd er jeugdverlenging voor hem aangevraagd. Een jaar lang kon hij begeleid wonen. Maar hoe meer zijn 19e verjaardag naderde, hoe groter de stress werd. ‘Mijn trajectbegeleider zei dat ze me echt niet meteen het huis uit zouden gooien. Ze zagen ook wel hoe hard ik mijn best deed om een kamer te vinden. Maar ik had geen idee hoelang ik dan nog zou mogen blijven, aangezien ze na mijn 19e geen geld meer voor me krijgen. Hoe lang houden ze het dan vol om lief voor me te zijn? Dat was een onzekere tijd.’
Hele levensverhaal op papier zetten
Een half jaar nadat zijn eerste urgentieverzoek was afgewezen, mocht hij een nieuwe aanvraag indienen. Alleen moest hij dan wel een brief van zijn psycholoog meesturen. ‘Maar ik heb helemaal geen psycholoog, want ik heb geen mentale problemen. Ik moet werken aan mijn toekomst, dat is het enige.’ Gelukkig was een brief van een gedragswetenschapper van de instelling ook oké. ‘Daarna moest ik een lange brief schrijven, niet meer over waarom ik een kamer nodig had, maar over mijn omstandigheden. Ik moest mijn hele life story op papier zetten, vanaf het moment dat ik terug ben gegaan naar Somalië, totdat ik urgentie aanvroeg. Dat vond ik heel vervelend. Mijn levensverhaal gaat hen niks aan. En voor mezelf was het ook weer naar om alles op papier te moeten zetten en te bespreken met de begeleiders die me hielpen de brief te schrijven. Sommigen wisten niet wat ik allemaal had meegemaakt, dus die reageerden van ‘wat erg voor je’ en dan besef je zelf ook weer hoe heftig het eigenlijk is.’