Thuis is blij zijn met wie je bent geworden

‘Het voelt alsof ik een kaartenhuis bouw, dat halverwege steeds in elkaar dondert. Hoe vaak ik ook opnieuw begin. Alsof de fundering onder mijn bestaan niet helemaal waterpas is. Zoiets. Die fundering is een thuis. Zonder thuis is het een hele klus om jezelf te ontwikkelen. En om blij te zijn met wie je dan ziet.’

Manna

Verhuisde keer op keer na de scheiding van haar ouders. Er was lange tijd geen thuis toen dat zo hard nodig was. 27 is ze nu. Ze heeft geen diploma’s, maar wel een schuld. Én gelukkig weer een thuis, waardoor ze weer nieuwsgierig is naar wat het leven gaat brengen.

‘Ze woonde in dezelfde straat als ik, het vriendinnetje van toen. Ik kwam haar weer tegen na al die jaren. Ze woont er nog steeds. Daar zijn haar wortels ooit neergelegd, en van daaruit groeide ze uit tot wie ze nu is. Ze kent de mensen die kwamen en gingen. Ze kent elke stoeptegel, elke gevel, de sfeer. Daar komt ze elke dag thuis.

Toen ik haar zag, voelde ik heimwee. Of nee, het is geen heimwee. Het is eerder weltschmerz: een diep verlangen naar een plek die nooit heeft bestaan. En dat verlangen vulde zich gelijk met droefheid. Ik heb zo’n thuis nooit gekend. Ik heb overal en nergens gewoond. En veel kansen zijn het nét niet geworden. Ik ben nu 27. Ik heb geen enkel diploma, ook niet van de middelbare school. En ik heb een schuld.

Het ligt vast aan mij dat het zo gelopen is. Dat heb ik heel lang gedacht. Maar inmiddels ben ik wat zachter voor mezelf. Als ik terugkijk, zie ik mezelf als kind veel verhuizen met mijn hardwerkende, alleenstaande moeder en steeds weer afscheid nemen van school en vriendinnetjes. Ik zie me ziek worden op het gymnasium. Een jaar lang heb ik in bed gelegen met een onbegrepen ziekte die daarna chronisch werd. Ik zie me daarna meegaan met mijn moeder om in Engeland te wonen en te studeren, waar we na een jaar berooid van terugkwamen. En ik zie me besluiten om bij mijn vader en zijn gezin in te trekken, zodat ik van daaruit een studie kon oppakken.

Maar niks is zo eenzaam als een thuis waar je je niet welkom voelt. Het was daar elke dag op eieren lopen, jezelf inhouden. Het gevoel krijgen dat je nooit goed genoeg bent. Je afvragen waarom je er niet bij hoort. En van die kleine vileine opmerkingen, die diep binnenkomen. Ik miste de warmte, ik miste steun. Daar komt bij: mijn vader had het spaarpotje aangebroken waarin hij na de scheiding maandelijks geld had moeten storten voor mijn studie. Er zat nauwelijks wat in. Dat deed zeer.

Ik koos voor een maatschappelijke opleiding, die me op het lijf geschreven was. Ik had twee bijbaantjes om mijn studie te kunnen betalen. Ik liep ook nog stage in de daklozenopvang. En ik haalde goede beoordelingen en mooie cijfers. Toen ging het mis. Door mijn ziekte en de hele situatie raakte ik snel moe, waardoor ik nét niet aan de aanwezigheidsplicht kon voldoen. Dat betekende einde opleiding; ik raakte in een burn-out. En in de schulden.

Steeds nét niet. Daar heb ik dikwijls over nagedacht. Er is veel aan me voorbijgegaan, terwijl ik genoeg talenten heb. Ik weet inmiddels dat ik niet alles mezelf kan aanrekenen. Soms loopt het leven zo, soms valt het geluk je niet toe. Maar dat zegt nog niks over mij. Ik ben ook heel lang boos geweest om hoe het is gelopen. Maar ik weet ook: alles wat is gebeurd heeft me gemaakt tot wie ik ben. En dat is ook van betekenis. Toch denk ik wel dat mijn leven anders was gelopen als de basis in mijn bestaan stabiel was geweest. Het voelt alsof ik mijn hele leven aan een kaartenhuis bouw, dat halverwege steeds in elkaar dondert, omdat de fundering niet waterpas is. Zonder thuis is het een hele uitdaging om jezelf te kunnen ontwikkelen.

Als ik aan het vriendinnetje van vroeger denk, voel ik soms nog even: mmm, would be nice. Maar niet meer dan dat. Het gaat nu best goed met me. Ik heb nog geen huis, maar ben wel thuis, bij mijn vriend. Hij accepteert mijn alles. Ik voel ook weer levensgeluk. Zeker sinds ik dat geluk niet meer gelijkstel aan wat ik heb bereikt in mijn leven. Het gaat nu om: voel ik me veilig? Mag ik zijn wie ik ben? Ben ik ook blij met mezelf? Daar hecht ik nu veel meer waarde aan. En als ik daarnaar kijk, denk ik: ik ben er best blij mee.’

Niemand kan zonder thuis

Een dak boven je hoofd, voldoende geld om van te leven en het diepe besef dat je erbij hoort. Kansfonds helpt thuisgeven. Net zo lang tot iedereen een thuis heeft.

Lees meer thuisverhalen

Tekst door Cecile Vossen, beeld door Ringel Goslinga.