‘Vrouwen met kinderen, zonder hulpvraag, zijn een vergeten groep’

De 30-jarige Nikki heeft haar leven op orde. Ze heeft een baan en staat al jaren ingeschreven bij de woningbouwvereniging. Toch hopten Nikki en haar dochtertje Kiki twee jaar lang noodgedwongen van de ene naar de andere plek. Ze vonden onderdak bij Nikki’s vriendinnen, haar vader, en in een doorstroomwoning van de maatschappelijke opvang. Onlangs kreeg ze te horen dat ze binnenkort een eigen huis krijgt. Maar dat ging niet zonder slag of stoot.

De woonproblemen van Nikki begonnen toen Kiki een paar maanden oud was. Veel eerder dan verwacht moest de alleenstaande moeder haar tijdelijke woning uit. ‘Mij was verteld dat ik drie tot vijf jaar in dat huis zou kunnen blijven voordat het gesloopt zou worden. Prima, dacht ik, ik sta nu ongeveer vijf en een half jaar ingeschreven voor een sociale huurwoning dus dat komt wel goed.’ Maar de plannen veranderden en na nog geen jaar stond Nikki op straat. Met haar dochtertje. ‘Achteraf is mij verteld dat ik toen eigenlijk al bezwaar had moeten maken. Want ook al heb je een tijdelijk huurcontract, dat mag nooit de reden zijn dat een kind op straat komt te staan. Maar ja, wist ik veel. Ik dacht: ik heb er zelf voor gekozen om tijdelijk te huren en vond mezelf naïef omdat ik had geloofd daar jaren te kunnen wonen.’

Van de ene slaapplek naar de andere

Nikki kon eerst een tijdje bij vriendinnen terecht. ‘Maar met een kind van een paar maanden is dat niet te doen.’ Ze besloot bij haar vader en zijn gezin in te trekken, op een uur rijden van haar werk, de kinderopvang en haar sociale leven. ‘Toen heb ik nog een fout gemaakt. Ik heb me gewoon netjes ingeschreven bij mijn vader. En dan zeggen de instanties: je hebt toch een dak boven je hoofd? Dat is waar, maar ik sliep wel negen maanden in de woonkamer op een matrasje.’

Nikki schat dat ze in negen maanden tijd op 800 woningen heeft gereageerd, van sociale huur tot particulier. ‘Ik viel overal precies tussenin. Ik verdiende net te weinig om in de vrije sector te huren. Het enige wat ik kon betalen was een studiootje of iets met één slaapkamer, maar daar mocht ik dan weer niet met mijn kind gaan wonen. Dus ik zat helemaal vast.’

Valt overal buiten

Wat volgt is een kafkaëske rondgang langs instanties. ‘Ik heb overal aangeklopt. Tevergeefs. Ik sta positief in het leven, maar al die regeldingen leverden me wel stress op. Uiteindelijk heb ik de maatschappelijke opvang gebeld. Die konden mij in eerste instantie ook niet helpen. De vrouwenopvang is voor slachtoffers van huiselijk geweld en de 24-uursopvang is niet bedoeld voor kinderen. Dan had ik Kiki dus drie maanden ergens anders onder moeten brengen om gebruik te kunnen maken van die opvang, en daarna aanspraak te maken op doorstroom. Nou ja, dat wil je toch niet?’ Ook de laatste optie, een woning van de gemeente voor mensen zonder hulpvraag, ging niet door. De paar beschikbare huizen waren al vergeven aan andere moeders met kinderen.

Na veel vijven en zessen kunnen Nikki en Kiki een crisiswoning betrekken. In het huurcontract staat dat ze daar tot november 2023 mogen blijven, maar de maatschappelijke opvang zegt dat ze er eerder uit moeten omdat ze nu een doorstroomplek bezet houden.

Van het kastje naar de muur

Ze probeert een urgentieverklaring te krijgen, maar zowel urgentie plus als de gewone urgentie worden afgewezen. ‘Iedereen wijst naar elkaar. Niemand zegt: het is onze verantwoordelijkheid, we gaan het nu regelen. Het is echt kastje muur, kastje muur. Constant. Dat maakt me eigenlijk nog het meest kwaad. Want ik weet door mijn werk als hulpverlener in de zorg waar ik kan aankloppen. Maar iemand die dat allemaal niet weet? Waar moeten vrouwen met kinderen zonder andere problemen dan naartoe?’
Het is om moedeloos van te worden, maar Nikki geeft niet op. ‘Natuurlijk ben ik na deze twee jaar wel kapot, maar aan de andere kant geeft het me juist ook weer heel erg veel kracht dat ik niet heb opgegeven.’ Ze gaat in bezwaar tegen de zoveelste afwijzing, krijgt een hoorzitting en daarna eindelijk goed nieuws. ‘Binnenkort krijg ik dan toch met urgentie een huis. Eindelijk.’

Zorg voor vergeten groep moeders met kinderen

Ze hoopt dat er meer hulp komt voor moeders en kinderen die niet in de problemen zitten, maar tussen wal en schip vallen door de huidige woningmarkt. ‘Dat is echt een vergeten groep. Het zou mooi zijn om bijvoorbeeld containerwoningen neer te zetten voor deze doelgroep, met één aanmeldroute via de gemeente of de maatschappelijke opvang zodat deze vrouwen weten waar ze moeten zijn. En dat ze dan niet binnen anderhalf jaar weer weg moeten uit hun huis, maar er langere tijd kunnen blijven zodat er rustig gekeken kan worden naar wat ze nodig hebben.’ 
Misschien gaat ze zich daar straks zelf hard voor maken. Maar eerst verhuizen. Na ruim twee jaar heeft ze straks eindelijk een plek voor zichzelf, haar dochtertje en de baby die begin 2024 wordt geboren. ‘Ik heb eigenlijk twee jaar in de wachtstand gezeten. Dat is nu over.’

Tekst door Valerie Kierkels, beeld door Marieke Odekerken.