Geen herkenning
‘Door stereotype beelden herkennen jongeren zelf niet dat zij thuisloos zijn geraakt’, zegt Willem. ‘Hun leefsituatie ziet er meestal anders uit. De jongeren slapen zelden op straat maar verblijven bij bekenden op de bank of in hostels. Het probleem is: als je niet beseft dat je dak- of thuisloos bent, is het moeilijk om de juiste hulp te vragen.’
Minder verdraagzaamheid
Het stereotype beeld is vaak negatief, en die negatieve beelden doen iets met mensen. Willem: ‘Die zullen niet snel ruimte maken voor deze – in hun ogen – probleemjongeren. Niet in hun wijk, niet in hun hart, niet in hun huis. Zeker niet als zij daarbij denken dat het vast hun eigen schuld is dat ze in die situatie zijn beland – ook zo’n vooroordeel. Jongeren voelen de afkeurende blikken. Hun zelfvertrouwen en eigenwaarde krijgen daardoor een enorme optater, terwijl hun kwetsbaarheid al groot is.’
Eigen kunnen onderschatten
Er is nog een ander dilemma. Uit onderzoek is bekend dat dakloze jongeren verder komen als je ze de kans geeft én het vertrouwen dat ze zelf weten wat goed voor ze is. Ze geloven dan steeds meer in hun eigen kunnen. Maar vaak besluiten anderen voor hen wat de beste oplossing is, constateert Willem. ‘Allerlei opvattingen spelen daarbij een rol. Vaak wordt gedacht: zij zijn al een keer de fout in gegaan, dat kan niet goed gaan. En: ze moeten eerst maar bewijzen dat ze het kunnen. Maar juist omdat we deze jongeren onderschatten, geven we ze niet de kans zelf hun weg te vinden. Wat ook niet helpt is gelijk alle vertrouwen opzeggen als er even iets misgaat. Je móét kunnen vallen en opstaan om zelfstandig te worden.’