‘Ik ben net weer terug in Nederland – met mijn gezin. Waar we ook wonen en werken: we steunen er de mensen die dat nodig hebben. We voelen dat als onze verantwoordelijkheid. Ik ben getrouwd met een Amerikaanse vrouw en zij is heel gelovig opgevoed. Ik niet. Ik wilde er meer van begrijpen en besloot me erin te verdiepen, en onderweg werd ik er diep door geraakt. Sinds zes jaar ben ik gelovig. En dat betekent: dat waarmee je gezegend bent, deel je met anderen. Of het nou je inkomen is – of je huis.
Ons gezin is enorm bevoorrecht. Ook in deze coronatijd. We hebben een huis, we hebben inkomen, we kunnen eten kopen. Dat staat in schril contrast met de verhalen van mensen die in geldnood raken of die niet langer de hulp krijgen die zo hard nodig is.
Ik vind het mooi om te zien wat er nu in Nederland gebeurt. Het is een golf van emotie die door ons land trekt. Waar ik me wel zorgen om maak, is de afstand die we moeten houden van elkaar. Als we daaraan gewend raken, kan het in ons sluipen alleen nog om te zien naar de mensen in onze nabijheid. En dat anderen – buiten de directe kring – uit onze blik verdwijnen. Dat zou rampzalig zijn.’