‘Alle mensen die werken bij ons schoonmaakbedrijf, hebben een verhaal. Ze hebben een handicap, zijn ergens vastgelopen in het leven, hebben schulden. We helpen ze aan een kans om uit die situatie te komen. Net zoals ik ooit de kans kreeg doordat mijn vader hiernaartoe kwam. Ik zou ook niet anders kunnen. In ons geloof, de islam, staat voorop dat je je medemens helpt. Dat je een deel weggeeft van wat je hebt. Maar het is ons ook met de paplepel ingegoten. Mijn moeder woonde ooit op een berg in een huisje, zonder water, zonder licht. En stortte er door zware regenval elders een woning in, dan nam ze dat gezin ook nog in huis.
Ik ben niet voor niks gezegend door wat me is toegevallen. Dat geldt ook voor mijn kinderen. Vaak neem ik ze mee om de andere kant van het bestaan te zien. Ze ontwikkelen hun voelsprieten en krijgen steeds meer oog voor de ander. Mam, zei mijn dochtertje laatst. Wil jij het schoolreisje van Annelies betalen, zodat ze meekan? Ze weten nu al: wat je hebt is om te delen.’