Wie nieuwsgierig is, ziet de ander pas echt

In Rotterdam staat een bijzonder huis: Goud van Noord. Iedereen is er welkom. Er komen veel mensen die ergens in het leven (even) zijn vastgelopen. Op deze plek wordt iedereen voor vol aangezien. Dat is wel even anders dan hoe de samenleving vaak naar ze kijkt, ervaart Gerlinda Robbertsen. Samen met haar team zet ze elke dag de deuren van het inloophuis wagenwijd open.

‘Goud. Dat woord zit niet voor niks in de naam van de organisatie’, vertelt Gerlinda. ‘We willen gelijk bij de eerste ontmoeting ons punt maken. Iédereen heeft talenten. In iedereen zit een schat verborgen. Dat is een groot verschil met wat mensen doorgaans meemaken. Ze worden voortdurend aangesproken op wat ze niet voor elkaar krijgen. Steeds weer krijgen ze te horen dat ze tekortschieten.’

Tal van etiketten

Als dat maar vaak genoeg gebeurt, raken ze hun vertrouwen kwijt. In de ander, maar zéker ook in zichzelf, bemerkt Gerlinda. Bovendien krijgen de mensen allerlei etiketten opgeplakt. Zo worden zij bijvoorbeeld dakloze, bijstandstrekker of statushouder genoemd. Elk stempel benadrukt slechts een stukje van de persoon – wat geen recht doet aan wie iemand is. ‘Zeker degenen die dakloos zijn, hoor ik het vaak zeggen: maar ik ben toch een méns?’

Juist enorme veerkracht

Er klopt weinig van hoe we doorgaans kijken naar de mensen die een inloophuis bezoeken. Alsof ze hulpeloos en onbekwaam zijn. Maar zou je ze beter leren kennen, dan besef je hoe ingewikkeld het leven kan zijn en wat dat van mensen vraagt. Gerlinda: ‘Het is soms niet te bevatten hoeveel deze mensen weten te doorstaan. En hoeveel wilskracht, veerkracht en doorzettingsvermogen dat vraagt. Deze mensen worden ‘kwetsbaar’ genoemd, maar ze zijn juist ijzersterk.’

Hard oordeel

Ook is het oordeel vaak hard, juist omdat iemand in een afhankelijkheidspositie zit. Bijvoorbeeld vanwege armoede. Gerlinda: ‘Zo moet je ook blij zijn met kapotte afdankertjes die je krijgt – en waar je niks aan hebt. Loopt je kind met een merkrugzakje op dat je bij de kringloop op de kop tikte? Dan zeggen mensen gelijk: hoe kom jij daaraan als je geen geld hebt? Je moet overal verantwoording over afleggen en iedereen mag van alles over je denken. Je kunt het nooit goed doen, waardoor alles wat je doet het beeld versterkt dat anderen toch al van je hebben.’

Enorme ongelijkheid

Het raakt Gerlinda hoe we soms met elkaar omgaan. ‘Het is de enorme ongelijkheid, daarin zit het oordeel, het meedogenloze. Maar ook de vooringenomenheid. Zo van: met mij gaat het goed, dus waarom zou jóú dat niet lukken dan? De ander wordt daardoor alleen maar stiller. Ik zie dat mensen op een gegeven moment hun problemen niet meer delen. Ze trekken zich terug, maken zich onzichtbaar. Ze raken steeds meer buitengesloten.’

Stel je eens voor

Hoe komt het dat we zo kijken? Gerlinda: ‘Misschien is het gemak. Als je uitgaat van iemands eigen schuld, hoef je niks te doen. Misschien willen we ook liever niet het hele verhaal horen. Want stel je voor dat de situatie níét iemands eigen schuld is. Mensen zijn bijvoorbeeld soms zó arm dat ze niet aan schulden ontkomen. We zijn nu met een bewindvoerder in gesprek die een reeks budgetplannen opstelt – bij wijze van voorbeeld. Als je ernaar kijkt zie je gelijk: dit kán helemaal niet. Niemand kan hiervan rondkomen. In zo’n geval heeft iemand dus vooral heel veel last van hoe we de zaken geregeld hebben met elkaar. In plaats van ‘eigen schuld’ zou het eerlijker zijn om te denken: wat vertelt de situatie van deze persoon ons eigenlijk over onze samenleving?’

Wat nu?

De belangrijkste sleutel is meer nieuwsgierig zijn naar elkaar, stelt Gerlinda. ‘Je gewoon afvragen: wie heb ik voor me? Wie ben jij? Waar droom jíj van? Wat is jóúw verhaal? Het beeld dat dan ontstaat, doet niet alleen meer recht aan wie de ander is. Het zal ook uitsluiting voorkomen. Want als je écht iemand kent, kun je niet meer aan die ander voorbijgaan.’

Tekst door Cecile Vossen.