Reactie Kansfonds op Nationaal Actieplan Dakloosheid

Op 5 december presenteren staatssecretaris Van Ooijen (VWS) en ministers Schouten (Armoedebeleid) en De Jonge (Volkshuisvesting) een plan met als doel om dakloosheid in 2030 te beëindigen. Voor het plan dat het afgelopen half jaar is ontwikkeld wordt 65 miljoen per jaar uitgetrokken. Een eerste reactie van programmaleider Willem van Sermondt.

Gebrek aan stabiele woonplek

1. Dakloosheid wordt erkend als vooral een gebrek aan een stabiele woonplek, dat is nieuw en is een verandering in denken. Het blijft onduidelijk hoeveel woonplekken er voor (dreigend) dak- en thuisloze mensen bij gaan komen.

Dakloosheid is in de kern een gebrek aan een eigen stabiele woonplek. Hoewel er bij dak- en thuisloosheid vaak ook andere problemen spelen, is het primair een woonvraagstuk. Zonder het realiseren van stabiele huisvesting los je dakloosheid niet op. Het plan stelt: “Want uit onderzoek en ervaring blijkt dat juist een eigen thuis het beste startpunt is voor het werken aan herstel en het opbouwen van een (nieuwe) toekomst.” Waar dakloosheid nog vaak gezien wordt als een zorgprobleem richt dit plan zich nadrukkelijk op wonen. Het is gek genoeg nieuw dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken, dat over wonen gaat, zo betrokken is bij het maken van een aanpak tegen dakloosheid. In het plan wordt verwezen naar plannen van minister De Jonge voor meer sociale woningen, ook voor aandachtsgroepen zoals dakloze mensen. Daarnaast wordt ingezet op meer aandacht voor dakloze mensen bij het maken van prestatieafspraken en op voorkomen van het verliezen van je woning. Dat is belangrijk. Het grote probleem bij alle woonplannen is wel dat verdere uitwerking nog moet volgen. Er is geen streefcijfer of sturing voor het aantal woonplekken voor (dreigend) dakloze mensen richting gemeenten. Daarmee is er geen garantie dat er werkelijk meer woonplekken worden gerealiseerd voor (dreigend) dak- en thuisloze mensen.

Wonen eerst

2. Wonen Eerst, in plaats van opvang. Dat is een paradigmaverschuiving. Een grote stap richting Housing First, maar deze stap wordt voorzichtig gezet.

Het plan stelt dat het managen van dakloosheid aan de achterkant in de toekomst verleden tijd moet zijn. “Velen zijn gewend geraakt aan de maatschappelijke opvang als een tijdelijke, maar logische noodoplossing. Maar we moeten nu stevig de omslag maken naar preventie en ‘eerst een woning, dan herstel’.” In het plan wordt gekeken naar wereldwijd de meest succesvolle aanpak van dakloosheid: Housing First. Hierbij is het startpunt een stabiele woonplek die van jezelf is. Wonen is immers een mensenrecht, en niet iets dat je eerst moet verdienen. Andere belangrijke uitgangspunten van Housing First zijn onder andere: eigen keuze en regie, het scheiden van wonen en zorg en hersteloriëntatie. Tijdens het lezen van de plannen komen deze Housing First uitgangspunten meermaals naar voren. Er wordt duidelijk geflirt met het succes van Finland dat al jaren terug besloot Housing First als systeemaanpak in te zetten.

Bij nadere lezing is echter te zien dat gekozen wordt voor een minder rigoureuze variant. Wonen Eerst is een afgezwakte vorm van Housing First. Dit blijkt bijvoorbeeld bij de uitwerking: “Er wordt kortom gewerkt aan een breed palet van zo-thuis-mogelijke oplossingen die aansluiten bij de behoefte van verschillende behoeften van doelgroepen. Naast extra woningen wordt ingezet op gemengd wonen, wooncirkels, kleinschalige BW-voorzieningen, skaeve huuse, en alternatieve woonvormen”. Nu kan in bovenstaande voorzieningen voor een groot deel voldaan worden aan de Housing First uitgangspunten, maar dat is nu lang niet altijd het geval. Waar we begonnen in het plan met stabiele huisvesting, zijn we terecht gekomen bij ‘zo-thuis-mogelijke oplossingen’.

Gemiste kans

Nu vraagt een paradigmaverschuiving – een hele andere manier van denken en doen – tijd. Het vraagt van iedereen in het veld om de oude vertrouwde manier van werken los te laten. Hoewel in het plan gesteld wordt dat er rigoureuze keuzes gemaakt moeten worden, worden die keuzes nog niet gemaakt. Het is een gemiste kans dat er vanuit het Rijk geen enkele vorm van sturing is om zoveel mogelijk te voldoen aan de Housing First (of Wonen Eerst) uitgangspunten.

Het actieplan van bijna 50 pagina’s bevat tal van kleinere plannen en ambities. Een paar opvallende punten:

  • ETHOS Light wordt de nieuwe definitie van dak- en thuisloosheid in Nederland. Dit is een bredere definitie dan de huidige en doet meer recht aan de realiteit. Bijvoorbeeld door oog te hebben voor precaire leefsituaties van zogenaamde bankslapers.
  • Er wordt ingezet op transformatie van kantoorpanden en het beter gebruikmaken van bestaande woonruimte en makkelijk te realiseren woonruimte. Bijvoorbeeld door woningdelen, woning splitsen of door bewoning in een Tuinkamer te stimuleren. Een goed voorbeeld hierbij is Tuinkamers met Aandacht.
  • Zowel op landelijk als lokaal niveau wordt beleid niet gemaakt zonder inbreng van mensen met ervaringskennis van dakloosheid, stelt het plan. Om dit werkelijk op een betekenisvolle manier te realiseren is er – vooral op lokaal niveau – nog een wereld te winnen. Maar het is goed nieuws voor lokale belangenbehartigingsorganisaties van mensen met ervaringskennis. Lees vooral ook de reactie op het Actieplan van SamenThuis2030.
  • Dit Actieplan is gemaakt voor zogenaamd ‘rechthebbenden’. Dat wil zeggen; mensen die rechtmatig in Nederland verblijven. Het blijft een pijnlijke constatering dat mensen zonder verblijfsvergunning, die regelmatig in precaire situaties verblijven, niet gezien worden. Wel onderdeel van het plan zijn Europese arbeidsmigranten. Zij kunnen niet of nauwelijks gebruikmaken van opvangvoorzieningen en vormen op straat een belangrijke groep. Middels pilots gaan enkele gemeenten starten met een aanpak.

Slotgedachte: een nieuwe ondergrens

Er wordt naar mijn mening dus een aantal goede stappen gezet, maar willen we dakloosheid echt voorkomen en uitbannen is er meer nodig. Voor het succes van dit plan zijn we afhankelijk van lokale coalities van woningbouworganisaties, gemeenten, opvangorganisaties, mensen met ervaringskennis en het maatschappelijk middenveld. Te vaak wordt al gedacht dat dakloosheid te ingewikkeld is om op te lossen, dus cynisme is het laatste wat we nodig hebben. Laat dit plan de nieuwe ondergrens zijn die inspireert om met elkaar alles op alles te zetten om dakloosheid uit te bannen.

Uitgelicht artikel

Van huis naar thuis: daden eerst

Met de community Alle Jongeren Een Thuis doen we actieonderzoek naar wat er in de praktijk nodig is om dak- en thuisloze jongeren beter te helpen. In een position paper schetsen we de uitkomsten van de eerste twee jaar onderzoek. En laten we zien dat een nieuw paradigma rondom dak- en thuisloosheid meer behelst dan alleen ‘wonen eerst’ en preventie.
Nieuws
Lees het position paper