In Nederland verblijven enkele tienduizenden ongedocumenteerden. Mensen zonder geldige verblijfspapieren dus, zo noemt Kansfonds ze liever. Want het gaat tenslotte om ménsen. En dat onderscheid legt de vinger precies op de zere plek, vindt Eline Crins, hoofd projecten van Kansfonds. ‘Want de menswaardige behandeling van deze groep staat steeds meer onder druk. Sociale voorzieningen zoals opvang, bed-bad-broodvoorzieningen en begeleiding worden alsmaar verder afgebouwd. Om die basale vormen van hulp toch te mogen gebruiken, moeten vluchtelingen voldoen aan steeds meer voorwaarden. Zoals meewerken aan de terugkeer naar hun land van herkomst. Ook al is dat lang niet altijd mogelijk of wenselijk. Kansfonds wil dat de bestaanszekerheid van mensen wordt vergroot, zonder dat daar voorwaarden aan verbonden zijn. Vanuit het diepe besef dat ieder mens het waard is om naar om te zien.’
‘Als je stopt met dromen, stop je met leven’
De hulp aan mensen zonder geldige verblijfspapieren staat steeds meer onder druk. Hoe krijgen ze een humaner bestaan in ons land? Op die vraag hebben Kansfonds en organisaties SAMAH en iMMO een duidelijk antwoord. Bied perspectief en onderwijs, heb meer oog voor ernstige trauma’s, maar bovenal: zie ze als mensen.
Kansfonds wil dat de bestaanszekerheid van mensen wordt vergroot, vanuit het diepe besef dat ieder mens het waard is om naar om te zien.
Geef jonge mensen een toekomstperspectief
Kansfonds stelt jaarlijks budget beschikbaar voor projecten die mensen zonder verblijfspapieren helpen. Denk aan hulp bij het verkrijgen van een verblijfsvergunning, juridische of medische bijstand, kleinschalige 24-uursopvang of zinvolle dagbesteding. Ook Stichting SAMAH maakte aanspraak op onze hulp. Deze stichting helpt (voormalig) alleenstaande minderjarige asielzoekers om deel te nemen aan het leven in Nederland. Oók jongeren die hier niet mogen blijven. ‘We proberen jonge vluchtelingen in beweging te krijgen door met ze te werken aan een toekomstperspectief’, vertelt Maria Verkade, projectmanager bij SAMAH. ‘Wat zou je later willen worden, en wat is daarvoor nodig? Voor jongeren wiens asielaanvraag net is afgewezen, zijn dat heel beladen vragen. Ze zien op dat moment hun toekomst in Nederland instorten. Toch stimuleren we ze om wél na te denken over wat ze willen met hun leven. Want als je stopt met dromen, stop je met leven.’
Zet onderwijs in als medicijn
SAMAH zoekt voor deze jongeren naar alternatieve manieren van scholing, zodat ze toch kunnen bouwen aan hun toekomstdroom. En dat is een flinke klus, want zonder verblijfsvergunning heb je ook geen recht op onderwijs. ‘We willen voorkomen dat hun leven tot stilstand komt, met alle gevolgen van dien’, vertelt Maria. ‘Sommige hogescholen en universiteiten laten mensen zonder verblijfspapieren tijdelijk toe. Zo kunnen ze lessen bijwonen en zichzelf verder ontwikkelen.’ Als het SAMAH niet lukt om een opleiding bereid te vinden, zoeken ze naar een stageplek of vrijwilligerswerk.
De overheid ontmoedigt om hulp te bieden aan mensen zonder verblijfspapieren. Dat maakt het werk van organisaties als SAMAH er niet makkelijker op. ‘Zo verliezen mensen bijvoorbeeld hun recht op huurtoeslag als ze iemand zonder papieren bij zich laten inwonen’, vertelt Maria. ‘Daarnaast is het voor organisaties als die van ons moeilijk om subsidie te krijgen, niet iedereen wil zich verbinden aan deze doelgroep.’ Tegelijkertijd ziet Maria ook lichtpunten. ‘Hoe strenger de wetten worden, hoe meer mensen in actie komen. Ik zie allerlei netwerken in de maatschappij ontstaan, die deze jongeren zonder verblijfspapieren opvangen en huisvesten.’
Hoe strenger de wetten worden, hoe meer mensen in actie komen.
Heb meer oog voor ernstige trauma’s
Een afwijzing van je asielaanvraag is pijnlijk. Vooral voor vluchtelingen met ernstig trauma, die er bij de IND minder in slagen om hun verhaal goed te vertellen. Stichting iMMO (instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek) maakt zich sterk voor deze mensen met een team van ervaren freelance psychologen, psychiaters en artsen. Op vrijwillige basis verrichten zij forensisch medisch onderzoek bij vermoedelijke slachtoffers van marteling en ander ernstig geweld. Meestal in de context van een asielprocedure. Op basis van het onderzoek schrijven ze een rapport dat als medisch steunbewijs kan dienen bij hun asielaanvraag.
‘Op Europees niveau is afgesproken dat asielzoekers gebruik moeten kunnen maken van een forensisch medisch onderzoek om hun verhaal te vertellen. Mits er aanwijzingen zijn dat ze slachtoffer zijn van foltering of ernstig geweld’, zegt Annemieke Keunen, directeur van iMMO. ‘En in Nederland moeten de juristen van de IND inschatten of een asielzoeker dat nodig heeft. Ga er maar aanstaan, dat is voor de IND ontzettend lastig. Vooral bij vluchtelingen met zeer ernstig trauma die, om het dagelijks leven aan te kunnen, bepaalde onderwerpen en prikkels vermijden om een herbeleving van een nare gebeurtenis te voorkomen. De IND is te weinig getraind om signalen van zeer ernstig trauma te herkennen. Daarvoor heb je veel ervaring nodig.’ Annemieke spreekt de IND aan op hun beleid: ‘Haal die psychologische kennis in huis als je met deze doelgroep werkt. Ik ben ervan overtuigd dat dat de asiel procedure veel soepeler maakt.’
Vraag vaker medisch onderzoek aan
De IND zegt dat ze die kennis kan halen bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP), als dat nodig is. ‘Dat klopt’, vervolgt Annemieke, ‘als de IND een vermoeden van trauma heeft, schakelen ze het NIFP in voor medisch onderzoek. Maar dat doen ze gemiddeld maar vijf keer per jaar. Terwijl wij van advocaten en asielzoekers gemiddeld 140 onderzoeksaanvragen per jaar krijgen. Die scheve verhouding zegt genoeg, en onderstreept het belang van onze organisatie.’
‘Stel je eens voor dat je niet geloofd wordt. Dat wat jou is overkomen, wordt ontkend. Dat is zo pijnlijk. Daarnaast zijn er ook mensen die niet kunnen praten over de gruwelijkheden die ze moesten doorstaan. Het is menselijk dat je trauma’s wegstopt, zo diep dat je er nauwelijks bij kan als mensen ernaar vragen. Kijk maar naar de Tweede Wereldoorlog. We weten uit onderzoek dat veel slachtoffers pas op hoge leeftijd konden praten over wat ze in de concentratiekampen hadden meegemaakt’, zegt Annemieke. ‘Ik wil dit onderwerp daarom helder en uitvoerbaar op tafel krijgen bij het ministerie van Justitie. Daarvoor zoek ik samenwerkingen, onder andere met Kansfonds.’
De IND is te weinig getraind om signalen van zeer ernstig trauma bij vluchtelingen te herkennen.
‘Het werk van organisaties als iMMO en SAMAH is onmisbaar voor mensen zonder geldige verblijfspapieren. Zij geven mensen in heel lastige situaties perspectief en het gevoel dat ze er niet alleen voor staan’, zegt Eline van Kansfonds. ‘En wij staan achter hen, want ieder mens telt. Financieel blijven we dit soort organisaties steunen, maar we kijken ook verder. We ontwikkelen momenteel een programma voor organisaties die werken met mensen zonder geldige verblijfspapieren. Met dit programma willen we onze ondersteuning verbreden en doen wat nodig is voor deze mensen.’ Volgend jaar meer.
De mensen achter de papieren
Manuel (32) vluchtte als twaalfjarig kind uit Angola, in zijn eentje. Over de reden van zijn vlucht praat hij niet. In Nederland mocht hij blijven tot zijn achttiende. Inmiddels woont hij hier al veertien jaar onder de radar en werkt hij hard om wat van zijn leven te maken. Hij werkt zwart en heeft vast onderdak. Afgelopen lente kreeg Manuel het verlossende bericht: hij mag in Nederland blijven.
Einar (fictieve naam) vluchtte uit een Afrikaans land, uit angst om opnieuw opgepakt te worden voor zijn politieke activiteiten. In de gevangenis is hij meermaals ernstig mishandeld, vertelt hij. In Nederland werden Einars asielaanvragen afgewezen. Tijdens het lichamelijk onderzoek bij iMMO constateert de arts veel littekens. Daarnaast heeft hij een fors aantal psychische klachten die passen bij een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Met het medisch rapport doet Einar nu opnieuw een asielaanvraag.
Maak ook kennis met Mabel, Ali, Laïla, Botros en Azam
Mede lezen?
Bovenstaand artikel verscheen in de najaarseditie van ons kwartaalmagazine Mede Mogelijk Maken. Wil je Mede graag thuis ontvangen? We sturen het magazine graag naar je toe, vraag meteen jouw exemplaar aan!