Wil reageert nuchter, als we hem vragen naar zijn visie op goed samenleven. ‘Dan moet ik over de christelijke moraal beginnen enzo. Kijk, mijn vader was dominee. In de jaren 80 was hij heel betrokken bij de vredesbeweging. Daar kreeg ik als kind natuurlijk veel van mee. Maar of dat me gevormd heeft? Eigenlijk wilde ik journalist worden, vroeger. Maar mijn broer Jan was me voor. Dus ging ik rechten studeren, en helemaal niet per se om de sociale kant op te gaan. Ik had net zo goed op de Zuidas kunnen eindigen.’
Verschil maken voor mensen
Dat dat niet zo liep, kwam door een stage in Genève, bij de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen (UNHCR). Het mondde uit in een dienstverband van vijf jaar. Om kleinschaliger en persoonlijker te werken, keerde hij terug naar Nederland. ‘Als sociaal advocaat bij Prakken d’Oliveira, een Amsterdams kantoor met ‘Human Rights Lawyers’, sta ik dagelijks aan de zijde van mensen voor wie ik een wezenlijk verschil kan maken. Het is heel hard werken en voor heel andere bedragen dan op de eerdergenoemde Zuidas, maar de voldoening is groot.’