HomeArtikelen‘Eén ding heb je altijd zelf in de hand, en dat is je reactie’
‘Eén ding heb je altijd zelf in de hand, en dat is je reactie’
Jurist Mpanzu Bamenga haalde in februari de voorpagina’s in binnen- en buitenland. Hij won een rechtszaak tegen de Koninklijke Marechaussee, die hij aanklaagde wegens etnisch profileren. Hierdoor mogen ras of huidskleur niet meer meewegen bij (grens)controles. De historische zaak is een mijlpaal in zijn carrière, maar ook het gevolg van een leven dat in het teken staat van rechtvaardigheid.
Een jurist vragen naar wat goed samenleven is – dat leidt vast tot een antwoord over de regels. Of kijk jij er anders naar?
‘De regels zijn er zodat ieders integriteit, vrijheid en grondrechten worden beschermd. Maar ze krijgen pas waarde als mensen ze uitdragen. Goed samenleven betekent voor mij dat je je bewust bent van de rol die je speelt ten opzichte van je omgeving. Het eerste artikel van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is niet voor niets: “We worden gelijk geboren, in waardigheid en in recht.” Als je dat fundament niet respecteert, ontstaan er op allerlei vlakken ongewenste verschillen. Om dat te voorkomen, zijn er die regels.’
Regels waar nog weleens iets aan schort, niet?
‘Vaak zijn de regels wel in orde, maar is er onduidelijkheid over de naleving of toepassing. Zeker in internationaal verband. Op de luchthaven in Eindhoven werd ik uit de rij gehaald door de marechaussee. En met mij nog meer mensen met een donkere huidskleur, viel me op. Toen ik daar een beambte van de marechaussee op aansprak, kreeg ik te horen dat etniciteit inderdaad onderdeel uitmaakte van hun selectiecriteria. Ik besloot om op te komen voor mezelf en alle mensen die hetzelfde lot moesten ondergaan. Dit begon met een tweet en eindigde in de rechtszaal, waar de rechter me op alle punten gelijk gaf. Hierdoor is er een einde gekomen aan etnisch profileren aan de grens. Tenminste, beleidsmatig. We moeten monitoren hoe het in de praktijk verloopt.’
Ik put hoop uit de betere wereld die ik voor me zie.
Wanneer voelde je voor het eerst iets van ongelijkheid?
‘Je ontdekt pas dat je donker bent als je in Europa komt, hoor je vaak. Dat heb ik ook ervaren, toen ik als achtjarig jongetje met mijn familie naar Nederland kwam. Mensen maakten grappen over mijn naam en zeiden dat ik ‘dat zwarte’ eraf moest wassen. Een vijandigheid, puur omdat ze je niet kennen. Drie jaar later wees de regering onze asielaanvraag af, vlak voor we een verblijfsvergunning zouden krijgen. Op dat moment besefte ik hoe anders ik was dan mijn klasgenoten. Ik kwam uit een ver land, was gevlucht, een asielzoeker. Ons gezin mocht niet werken of naar andere landen reizen. Onze rechten waren beperkt op basis van wie we waren en waar we vandaan kwamen. Dat voelde zo onrechtvaardig.’
‘Toch besloot ik om daar waardig mee om te gaan, ondanks alle emotie. Als je opgroeit als ongedocumenteerde zijn er veel dingen waarop je geen invloed hebt. Maar één ding heb je altijd zelf in de hand, en dat is je reactie. Daarvan was ik me heel bewust. Ook had ik mijn ideale wereld helder voor ogen. Een wereld van gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid, duurzaamheid en inclusiviteit. Als je zo’n ideaal wilt bereiken, kun je niet doen wat iedereen al doet. Je moet patronen doorbreken. En the bigger man zijn, die de ander met respect blijft behandelen.’
Wanneer werd je bigger man flink op de proef gesteld?
‘Bij het overlijden van mijn zus, iemand die me enorm inspireerde. Al toen ik jong was, zei zij tegen me: “Je moet je bekommeren om mensen die in onrechtvaardige situaties zijn terechtgekomen.” Ze stimuleerde me zelfs om brieven te schrijven naar mensen in hechtenis. Mede door haar schreef ik uiteindelijk mijn afstudeerscriptie over de grensdetentie in Nederland. Mijn zus wilde bij mijn afstuderen zijn, maar werd in Amerika aangehouden aan de grens. Ondanks haar Franse paspoort geloofden ze niet wie ze was, volkomen onterecht. Eenmaal in detentie werd ze weer nadelig behandeld. Ze had medicijnen nodig voor haar hart, maar kreeg die niet. Zelfs toen ze daarna in ademnood kwam, hielpen ze haar niet. Nog een nadelige behandeling, die fataal werd. Ze stierf daar in de gevangenis.’
‘Mijn diplomafeest was net afgelopen toen ik gebeld werd met het nieuws. Er kwam een onbeschrijflijke woede in me op. Wat moet ik daarmee doen, vroeg ik me af. Wraak nemen? Uiteindelijk dacht ik aan het laatste bericht van mijn zus. Een sms in een nu oude Nokia, die ik nog altijd met me meedraag. “I want you to know that I believe in your dream. And you should pursue it and make it a reality.” Ze zou nooit willen dat ik kwaad zou aanrichten, realiseerde ik me. Ik moest mijn energie inzetten om goed te doen. Dit was pas echt het begin van mijn missie om onrecht in de samenleving aan te pakken.’
‘Een jaar later ging ik naar de plek waar mijn zus was overleden. Ik schudde de hand van de sheriff, en zei: “Ik vergeef je.” Dat vond ik belangrijk, omdat ik mezelf daarmee bevrijdde van mijn haat en wraakgevoelens. En ondanks alles kon ik hem nog steeds zien als mens. Als dat niet meer gaat, verlies je iets in je eigen menselijkheid. Die wilde ik overeind houden, en zo misschien ook bij de ander iets teweegbrengen.’
Om zo waardig en positief te zijn, heb je ook hoop nodig. Waar haal je die vandaan?
‘Toen we hoorden dat ons gezin het land uit moest, schreef ik een brief aan de minister. “Dit is mijn visie op de wereld, daar wil ik een bijdrage aan leveren en dat wil ik doen vanuit Nederland.” De minister las die brief en besloot dat we mochten blijven. Die overwinning leerde me iets essentieels: vechten tegen onrecht, een visie hebben, die op papier zetten, en iemand als een minister overtuigen – ik kan het.’
‘Ik put hoop uit de betere wereld die ik voor me zie. Die ik voel, en bijna kan grijpen. Hierdoor handel ik, en maak ik dingen concreter. Ik wil laten zien dat het geen fantasiewereld is, maar dat hij echt haalbaar is. Ik breng mijn visie over op anderen en zij weer op de mensen om hen heen. Stapje voor stapje maken wij – en daarmee bedoel ik iedereen die de mensenrechten draagt en uitdraagt – een betere wereld tot realiteit.’
Mpanzu in het kort:
1985 Geboren in de Democratische Republiek Congo
1994 Komt met zijn familie als asielzoeker naar Nederland
2005 – 2011 Studeert aan de Juridische Hogeschool in Tilburg
2011 Schrijft scriptie over de Nederlandse gesloten verlengde asielprocedure, waarin hij aantoont dat het beleid in strijd is met Europese en internationale regelgeving. Het beleid wordt aangepast
2014 Wordt raadslid voor D66 in Eindhoven. In die stad zet hij onder andere Bed, Bad, Brood en Begeleiding voor vluchtelingen op, realiseert hij een asielzoekerscentrum en zorgt hij voor antidiscriminatiebeleid
2015 Richt Incleaders – the Inclusion Leaders Network op
2016 Wordt door de gemeente Eindhoven verkozen tot Politiek Talent van het Jaar 2015
2021 Ontvangt de titel MensenrechtenMens 2021, de jaarlijkse prijs van het College voor de Rechten van de Mens
2022 Richt Human Rights Initiatives op
2023 Wint de rechtszaak tegen etnisch profileren (de Koninklijke Marechaussee) samen met Robby Gobardhan, Amnesty International, PILP (NJCM), Houthoff Advocaten, Control Alt Delete en Adb Radar