Toen Den Bosch zich in 2023 aansloot bij de ETHOS-telling, wist wethouder Pieter Paul Slikker dat de cijfers confronterend zouden zijn. Maar dat was precies zijn reden om mee te doen. ‘We konden niet langer wegkijken. We zagen dakloosheid al langer als een woonvraag, maar wisten niet hoe groot en divers de groep écht was.’ Die cijfers kwamen hard binnen. Veertig procent van de mensen die werden geteld, was jonger dan 27 jaar. Twintig procent had nog een baan. ‘Het stereotype van een verwaarloosde, verslaafde man op een bankje in het park klopte totaal niet. Dit eerlijke beeld van de ETHOS-telling gaf ons de kans om het beleid anders aan te pakken.’
ETHOS-telling laat zien wat altijd verscholen bleef
Dakloosheid is geen zorgprobleem, maar een woonprobleem. Duidelijke taal. Toch worstelen veel gemeenten met de vraag hoe ze hier effectief beleid op kunnen maken. De ETHOS telling dwingt ze om verder te kijken dan de mensen op straat en een completer beeld te krijgen. Den Bosch voerde de telling als een van de eerste gemeenten uit en zette daarna grote stappen. Maastricht is net begonnen en leert van de gemeenten die voorgingen. Wat heeft Den Bosch bereikt? En hoe bereidt Maastricht zich voor op mogelijk confronterende cijfers?
Mede lezen?
Dit artikel komt uit ons magazine Mede. Meer lezen? Maak snel een abonnement aan en ontvang Mede voortaan gratis in je brievenbus.
Den Bosch omarmde de cijfers én de mensen erbij
Minder lang in de opvang
Den Bosch schakelde direct. De stad zette de Housing First-aanpak door en wist de gemiddelde verblijfsduur in de opvang terug te brengen van dertien maanden naar drie. Bij Housing First krijgen mensen direct een zelfstandige woonplek aangeboden, zonder dat eerst aan allerlei voorwaarden moet worden voldaan. ‘Daar zit het verschil tussen een kind dat op school kan blijven, of uitvalt. Of dat iemand zijn baan behoudt of volledig uit beeld verdwijnt.’
De handen uit de mouwen
Maar de echte verandering zat in wat de gemeente daarna deed. Den Bosch ontwikkelde nieuwe woonvormen, zoals een woonhotel voor alleenstaande ouders in scheiding en een speciale voorziening voor langdurig verblijf van jongvolwassenen die prikkelarm moeten wonen. Er werd ook een extra hostel geopend voor mensen met verslavingsproblematiek en werd de vrouwenopvang volledig vernieuwd.
Veertig procent van de mensen die werden geteld, was jonger dan 27 jaar.
Voorkomen is beter
Daarnaast werd de preventie-aanpak versterkt. ‘We zagen dat mensen pas hulp kregen als ze al in een crisissituatie zaten. Dat moest anders.’ Daarom werd de samenwerking verbreed: huisartsen, scholen, wijkteams en sociale diensten kregen een actievere rol in het signaleren van risico’s. Dit betekende dat iemand die bijvoorbeeld uit huis gezet dreigde te worden of schulden kreeg, eerder in beeld kwam. ‘Als je op tijd ingrijpt, voorkom je dat iemand überhaupt in de opvang belandt. De contacten om dat doel te bereiken waren snel gelegd, juist omdat deze organisaties al bij de telling betrokken waren. De samenwerking stond dus al in de startblokken.’
Bouwen is niet altijd nodig
Dát het zo snel kon, had te maken met de positie van Slikker. In Den Bosch vallen wonen en zorg onder één wethouder. Dat maakte de samenwerking tussen opvang en woningbouw eenvoudiger. ‘Je kunt blijven roepen dat er meer huizen nodig zijn, maar we moeten vooral beter gebruikmaken van wat we hebben. Dit ging niet om bouwen, maar om slimmer omgaan met de woningen die er al zijn.’
Landelijk probleem? Landelijke oplossing
Wat volgens Slikker nog ontbreekt, is een structurele verandering in de landelijke financiering. ‘We krijgen als gemeente geld voor opvang, niet voor huisvesting. Dat is de wereld op zijn kop. Zo houd je als overheid het probleem in stand in plaats van het op te lossen. Dat systeem moet anders.

Maastricht staat aan de vooravond van verandering
Op 31 januari hield Maastricht – onder leiding van Hogeschool Utrecht – een grote bijeenkomst om de ETHOS-telling te introduceren. De zaal zat vol met professionals: consulenten, maatschappelijk werkers, politie, de GGZ en de woningcorporaties. De man met de microfoon? Wethouder Jeroen Hoenderkamp , die de aanwezigen confronteerde met een ogenschijnlijk simpele vraag: ‘Hoeveel mensen in onze stad zijn dakloos?’ De antwoorden liepen sterk uiteen. Sommigen dachten aan tientallen, anderen gokten rond de vijfduizend. Maar niemand wist het zeker. ‘Dat is precies waarom we hier zijn’, zei Hoenderkamp. ‘We hebben allemaal ideeën over dak- een thuisloosheid, maar we werken nog te veel met aannames. Het is onze beurt om lef te tonen en de cijfers onder ogen te zien.’
Leren van andere gemeenten
Maastricht kijkt nadrukkelijk naar de gemeenten die al voorgingen. ‘Zij hebben laten zien dat een telling alleen niet genoeg is. Je moet vanaf dag één nadenken over wat je met die cijfers gaat doen. Zodra je de cijfers binnen hebt, moet je het momentum gebruiken om dingen voor elkaar te krijgen. Daarom zijn we nu al bezig met de vervolgstappen.’
Het is onze beurt om lef te tonen en de cijfers onder ogen te zien.
Hulp uit allerlei hoeken
Een van die stappen is een nauwere samenwerking met huisartsen, campingeigenaren en scholen. ‘We weten dat er mensen zijn die nergens geregistreerd staan. Ze slapen in auto’s, verblijven op vakantieparken of trekken van bank naar bank. Die groep moet je actief opsporen. We willen voorkomen dat de telling alleen de mensen meetelt die al bij de opvang bekend zijn.’
‘Zo’n telling voelt als administratieve ballast’
Regiocoördinator Eric Casters begeleidt de telling in Maastricht. ‘De grootste drempel is bewustwording. Professionals zijn vaak al overbelast. We vragen hen om naast hun gewone werk extra tijd vrij te maken om mensen zonder thuis te registreren. Mensen willen wel goed doen. Ze willen helpen. Maar zo’n telling voelt ook als administratieve ballast. Daarom moeten we blijven uitleggen dat het hier niet gaat om registreren om het registreren, maar om mensen in beeld te krijgen die nu uit zicht blijven.’ Erics boodschap is duidelijk: meten is weten, maar weten is nog geen geweten. ‘De cijfers moeten niet alleen inzicht geven, maar ook raken en tot actie leiden. Achter elk nummer zit een mens, achter elke statistiek een verhaal.’
Tellen is pas het begin
Op 10 april vond de telling plaats, maanden later komt de uitslag. Dan begint het echte werk. Hoenderkamp: ‘We zorgen dat we direct klaarstaan om met de cijfers aan de slag te gaan. Dat betekent sneller doorstroom regelen, maar ook preventief werken. Voorkomen dat mensen dakloos worden, is minstens zo belangrijk als ze weer aan een woning helpen.’ Hij benadrukt dat Maastricht niet alleen kijkt naar kortere opvangduur, maar ook naar structurele oplossingen. ‘We moeten zorgen dat mensen een woonplek krijgen die bij hen past. Dat betekent niet alleen reguliere sociale huurwoningen, maar ook kleinschalige woonvormen en tijdelijke huisvesting. Den Bosch heeft al laten zien dat dat kan, en wij gaan daar onze eigen vorm aan geven.’
De cijfers moeten niet alleen inzicht geven, maar ook raken en tot actie leiden.