‘Ik hoop dat het hooguit een jaar duurt voordat we weer onze eigen plek hebben’

Na haar scheiding blijven de Poolse Wiola en haar zoon Marek in hun oude huis wonen. Haar ex zal de huur betalen, maar daar stopt hij na een tijdje mee. Wiola komt daar pas achter als het al te laat is. Na acht maanden in de crisisopvang zijn moeder en zoon onlangs verhuisd naar een wachtwoning.

De verhuisdozen zijn nog niet allemaal uitgepakt. Ook de sobere inrichting wijst erop dat ze dit flatje in een buitenwijk pas net hebben betrokken. Terwijl Marek nog aan het werk is op zijn stageplek aan de andere kant van de stad, praat Wiola honderduit over wat hen is overkomen. ‘We zitten nu in een wachtwoning. Dat betekent dat we hier mogen blijven totdat we een eigen, echte woning hebben gevonden. Daar zijn we nu mee bezig.’

Als het goed is, blijven ze hier dus maar tijdelijk. Daarom gaat ze het niet helemaal inrichten zoals ze eigenlijk zou willen. ‘Mijn vader en mijn broer hebben me op het hart gedrukt niet te veel kosten te maken. Want als ik hier wegga, moet ik alles weer opnieuw doen. Dus ik doe alleen het hoognodige en ik koop alleen wat ik straks kan meenemen. Geen bank bijvoorbeeld die alleen hier past, maar wel een wasdroger. En een stofzuiger, want mijn oude is kapot.’ 

Huurachterstand

Wiola en haar toenmalige partner gaan zes weken nadat ze de handtekening hebben gezet voor hun nieuwe huurwoning uit elkaar. Het contact daarna verloopt moeizaam. Het lukt niet om het huurcontract alleen op haar naam te zetten, dus stemt ze ermee in dat haar ex de vaste lasten voor zijn rekening neemt. ‘Alleen stopte hij op een bepaald moment met het betalen van de huur, de stroom en het water. Stroom en water kreeg ik snel door en ben ik zelf gaan betalen, maar over de huur heb ik geen brieven gekregen.’

Nog steeds is het onduidelijk hoe dat heeft kunnen gebeuren. Pas als de deurwaarder wordt ingeschakeld, komt Wiola erachter wat er aan de hand is. In de rechtszaak die volgt legt Wiola uit dat ze echt van niks wist. ‘Ik kreeg wel brieven dat de servicekosten omhoog zouden gaan. Waarom heb ik dan geen brieven gekregen over mijn huurachterstand?’ Toch mag de verhuurder hen met spoed het huis uitzetten. Ze komen op de wachtlijst voor de crisisopvang en het lukt vrij snel om daar een plek te krijgen.

Schaamte

Acht maanden verblijven ze in de crisisopvang. ‘Dat is best kort. Ik weet niet waarom wij zo snel weg konden. Misschien omdat ik het zo graag wilde. Ik hield het er echt niet langer uit. Vooral vanwege Marek. Die was toen 14,5 en schaamde zich dat we in de crisisopvang woonden. Daarom nodigde hij nooit vrienden uit. En als hij dat wel had gewild, waar had hij ze kunnen ontvangen? Zijn kamertjes was te klein voor bezoek en in de gemeenschappelijke ruimte hadden ze geen privacy.’

Vrienden in de opvang heeft haar puberzoon niet, want alle andere kinderen zijn baby’s of peuters. Ook Wiola zelf heeft moeite met de plek. ‘We hadden als gezin twee kamertjes. Een woonkamer met de mogelijkheid om te koken en te eten, en een slaapkamer met een stapelbed. Die kamer was voor Marek. Dan had hij in ieder geval een eigen plekje. Ik sliep op een bank in de woonkamer.’ De twee kamers zijn niet met elkaar verbonden, dus ze moeten via de gang van de woon- naar de slaapkamer. ‘We leefden samen, maar uit elkaar. Ik zag mijn kind weinig.’

Begeleiding

Dat is nu gelukkig anders. Ook is Wiola blij dat ze weer een eigen douche en toilet heeft, want ‘die gemeenschappelijke voorzieningen waren vaak zo vies’, en niet meer elke week kamercontrole krijgt. ‘Ze gingen dan checken of alles schoon en veilig was. Ik dacht dan: kom op mensen, ik ben hier niet omdat ik zoveel problemen heb, maar omdat er in mijn leven even iets mis is gegaan. Ik heb gewoon de rust nodig om alles weer op te bouwen.’

In de jaren na haar scheiding hebben verschillende hulpverleners zich met haar en haar zoon beziggehouden. Erg positief is Wiola daar niet over. ‘Het was urenlang kletsen, en dan gebeurde er verder niks. Daar heb ik best wat tijd door verloren.’ Nu heeft ze via de crisisopvang wel goede begeleiding. ‘Daar ben ik echt dankbaar voor. Ik heb een plan gemaakt en we zetten echt stappen.’

Financieel stabiel

Haar schuld afbetalen is nu het eerste doel. ‘We zijn aan het kijken of ik in de schuldsanering kan komen. En daarna wil ik snel weer gaan werken.’ Ze werkte altijd als administratief medewerker bij een transportbedrijf, maar op dit moment niet. ‘Ik wil wel werken, maar ik wil een goede werknemer zijn en ik ben nu te veel bezig met andere dingen.’

Ze weet dat ze nu geen urgentie mag aanvragen omdat ze een schuld heeft. ‘Alles hangt met elkaar samen. Ik moet snel financieel stabiel worden, want dan kan ik me inschrijven voor een andere woning. Elke dag telt.’ Wiola is blij dat ze nu goede afspraken kan maken en zo stap voor stap vooruitgaat. ‘Ik zie de toekomst positief in. Ik ben bezig om alles netjes voor elkaar te krijgen. Ik hoop alleen dat het snel goedkomt. Dat het niet twee jaar, maar hooguit een jaartje duurt voordat we weer onze eigen plek hebben.’