‘Laat jongeren in jeugdzorg niet los zodra ze achttien worden’

Ashley groeit op in een liefdevol pleeggezin. Tot ze in de puberteit komt en onverwerkte trauma’s opspelen. Ze belandt van de ene instelling in de andere, en komt op haar achttiende op straat te staan. Wat ging er mis? ‘Met de juiste therapie voor mijn trauma’s was ik nooit dakloos geworden.’

Op tweejarige leeftijd wordt Ashley uit huis geplaatst. Haar biologische ouders waren niet in staat om voor haar te zorgen. ‘Die pijn kwam er in mijn puberteit uit. Ik was heel erg boos en agressief, maar kon niet onder woorden brengen waarom. Mijn
pleegouders zagen dat en hebben alles gedaan wat ze konden. Toch werd ik op mijn vijftiende gedwongen uit huis geplaatst, opnieuw. Zie je wel, dacht ik toen, niemand houdt van me.’

Verkeerde plek, verkeerde zorg

Ashley belandt in een gesloten instelling in Nijmegen. ‘Ik heb me nog nooit zo eenzaam gevoeld als daar, vertelt ze. ‘De zorg koos voor de goedkope oplossing: opsluiten. Mijn pleegouders hadden het daar ook erg moeilijk mee. Ik had gespecialiseerde zorg voor mijn trauma’s moeten krijgen. Maar in plaats daarvan kreeg ik er nieuwe trauma’s bij. Ik kon niet bezig zijn met herstel, ik voelde me daar heel onveilig. Sommige cliënten waren er verschrikkelijk aan toe. Ik zag zoveel dingen die een pubermeisje niet hoort te zien. Iemand pleegde zelfs voor m’n ogen zelfmoord. Ik ging in de overlevingsstand, werd steeds defensiever en gleed verder af. Ik ben nog steeds bezig om die tijd daar te verwerken.’

Met de juiste therapie voor mijn trauma’s was ik nooit dakloos geworden.

Van ‘probleemkind’ naar adviseur

Ashley is inmiddels een veelgevraagd ervaringsdeskundige in het sociaal domein. Ze adviseert maatschappelijk werkers en ministers over wat er beter kan in de jeugdzorg. En hoe je voorkomt dat jongeren dakloos raken. ‘Het begint ermee dat kinderen in de jeugdzorg geen nummertje worden. Een prijskaartje, zoals ik. Een kind binnen jeugdzorg heeft er niets aan om vijf keer overgeplaatst te worden. Om twaalf verschillende begeleiders te zien in een jaar. Jongeren hebben iemand nodig die ze onvoorwaardelijk steunt. Met wie ze aan een sterke vertrouwensband kunnen werken. Iemand die begrip heeft voor hun emoties en doorziet wat ze nodig hebben.’

‘Verhuizen’ van instelling naar de straat

Toen Ashley achttien werd hield jeugdzorg op. Net als voor de meeste jongeren in de jeugdzorg. Er was geen verwijzing voor verdere zorg, en ook geen vervangende woonruimte. ‘Ik moest in één klap op eigen benen staan. Maar hoe dan? Ik had geen huis, geen geld, geen diploma en geen werk. Het is onvoorstelbaar dat die leeftijdsgrens van achttien jaar leidend is voor het zorgplan voor jongeren. Elk jaar komt een grote groep jongeren uit de jeugdzorg op straat te staan. En dan moet je flink je best doen om niet in de criminaliteit te belanden, of aan de drugs te gaan.’

Begeleid jongeren naar zelfstandigheid

Als je dakloosheid structureel wilt aanpakken, moet je jongeren niet loslaten zodra ze achttien worden, stelt Ashley. ‘Gemiddeld zijn jongeren vierentwintig jaar als ze het huis uit gaan. Dan is het toch gestoord om te verwachten dat jongeren uit de jeugdzorg al op hun achttiende op zichzelf kunnen leven? Jongeren zonder houvast verdienen een fatsoenlijke overgang naar zelfstandigheid. Bereid ze voor op wat komen gaat en zorg voor een vertrouwde begeleider die contact houdt. In plaats van een jongere met z’n weekendtas op straat te zetten, zo van houdoe en bedankt. Dat gebeurde bij mij.’

‘Ik hopte een jaar van bank naar bank bij vrienden. Soms regelde ik een slaapplaats via een datingsite. Alles om maar uit de buurt te blijven van de gevaren op straat. Voor mijn pleegouders was dat een nachtmerrie: niet weten waar je dochter ’s nachts uithangt. De pijn die hun is aangedaan vind ik bijna het ergste van dit verhaal. Inmiddels is onze band gelukkig weer goed, ik zie ze bijna iedere dag.’

Iemand die het verschil maakt

Via een oproep van Kansfonds vond Ashley een plek bij De Derde Kamer, het jongerenpanel dat de overheid advies geeft over dakloosheid. ‘Dat was voor mij een enorme springplank. Daarna ging de bal rollen en kon ik op meer plekken terecht als ervaringsdeskundige. Ik kreeg uiteindelijk een betaalde baan bij gemeente Nijmegen, binnen het project over de ETHOS-methode. En dit jaar begin ik voor mezelf.’

‘Het is eigenlijk een wonder dat ik nu een succesvol leven heb’, concludeert Ashley. ‘Ik heb een eigen woning, een leuke relatie en verdien mijn eigen geld. Maar op m’n achttiende stond ik op het punt een einde aan m’n leven te maken. Ik was doodop. De vader van een vriend van me haalde me uiteindelijk van straat. En maakte zich net zo lang kwaad bij instanties tot ik een plekje kreeg bij begeleid wonen. Daar ontmoette ik een maatschappelijk werker die goud waard was. Zij geloofde in mij toen ik het zelf niet meer kon. En begeleidde me jarenlang bij mijn herstel.’

Trots op mezelf

‘Er is veel in mij kapotgegaan. Ik ben mijn eigenwaarde verloren en schaam me nog steeds voor wat er is gebeurd. Toch ben ik ook trots op waar ik nu sta. Mijn kennis en ervaringen gebruik ik nu om andere jongeren te helpen. Want als ik al uit het systeem val, hoeveel jongeren vallen dan nog meer buiten boord? Dat houdt mij echt wakker.’

  • Thuisloze jongeren

    Nederland kent een groeiend aantal dak- en thuisloze jongeren. Een betaalbare woonplek vinden wordt steeds moeilijker.

    Alles over Thuisloze jongeren