Thuisgeven is álles doen voor bestaanszekerheid

Kansfonds wil nadrukkelijk thuisgeven voor de mensen die leven in bestaansonzekerheid. Daarom gaan we nog scherper kiezen voor projecten die daaraan bijdragen. Wat gaat er per 1 januari 2022 veranderen voor de aanvragers? Negen vragen aan Eline Crins, hoofd projecten van Kansfonds.

1. Waarom de nadruk op thuis?

‘We maken ons sterk voor een samenleving waarin er plek is voor iedereen. Thuis betekent dat je de zekerheid hebt van een dak boven je hoofd. Niet alleen vandaag, maar voor langere tijd. Een thuis betekent ook dat je genoeg geld hebt om van te leven. Dat lijkt allemaal heel vanzelfsprekend, maar voor veel mensen staat dat thuis steeds meer onder druk. Het ontbreekt hen aan bestaanszekerheid, de basis voor een menswaardig bestaan. Ze hebben het gevoel er niet bij te horen. En dat elke dag weer.’

2. Wat betekent die aanscherping voor mij als aanvrager?

‘Dat we als fonds alleen nog projecten financieren die bijdragen aan een thuis. Het gaat om projecten die komen met oplossingen die misschien wel heel logisch lijken. Of juist met oplossingen die stoer en tegendraads zijn. Als de projecten maar laten zien hoe het ook ánders kan, waardoor een thuis dichterbij komt.’

3. Noem eens voorbeelden?

‘Dat je bijvoorbeeld voor mensen die dakloos zijn eerst regelt waar het aan ontbreekt: een dak boven hun hoofd. Dat is de eerste halte om je leven weer op de rit te krijgen. Maar vaak wordt een huis gezien als eindstation en gaat er eerst veel aandacht naar begeleiding en zorg. Nog een ander voorbeeld. Thuisloze jongeren komen veel hindernissen tegen waardoor ze hun situatie niet kunnen doorbreken. Zo kunnen ze geen studiefinanciering aanvragen omdat ze geen woonadres hebben. Of blijven ze verstoken van psychische hulp omdat er eerst een stabiele thuissituatie moet zijn. Maar dat is nou net het probleem. Hoe lossen we dat op?’

4. Aan welke projecten moet ik dan denken?

‘Kamers met aandacht’ is bijvoorbeeld zo’n project. Dat biedt jongeren een onderkomen bij mensen die een kamer over hebben én de jongeren een steuntje in de rug willen bieden. ‘Uit het krijt’ is een project waarbij we kleine schulden aflossen om te voorkomen dat mensen in een uitzichtloze situatie terechtkomen. Daarbij krijgen zij hulp om een nieuwe start te maken. Een ander voorbeeld is het project ‘Thuis voor tienermoeders’, speciaal voor jonge moeders die een studie volgen en een kind opvoeden – maar geen thuis hebben.

5. Welke projecten financieren jullie niet meer?

‘Initiatieven die de gevolgen van ‘geen thuis’ opvangen en verzachten. Denk aan kledingbanken, voedselbanken en budgetcoaching voor mensen die te weinig geld hebben. Maar ook aan initiatieven in de wijk om de cohesie te versterken en eenzaamheidsprojecten. Deze projecten kunnen goed terecht bij de talrijke fondsen en organisaties die juist daaraan hun bijdrage leveren.’

6. Welk effect heeft die aanscherping op de aanvragen?

‘Dat we daarmee nog meer focus kunnen leggen op iedereen een thuis. Het percentage aanvragen dat daarbuiten valt, is straks niet heel groot. Voor 80 tot 90% steunen we namelijk al projecten die bijdragen aan een thuis. De afgelopen jaren zijn we steeds meer toegegroeid naar onze rol als fonds voor wie geen thuis heeft.’

7. Waarom wel noodhulp voor ongedocumenteerden?

‘In enkele gevallen kiezen we ervoor om toch een vangnet te vormen. Ook al draagt het vangnet niet bij aan een duurzaam thuis. Mensen zonder verblijfsvergunning kunnen nauwelijks ergens terecht. Het overheidsbeleid is erop gericht om zo min mogelijk voor hen te doen. Veel fondsen zijn in deze situatie dan ook terughoudend. Er valt een pijnlijk gat. Dus zetten we in op de eerste opvang, want ook zij hebben recht op een menswaardig bestaan.’

8. In hoeverre past bijvoorbeeld schuldhulpverlening nog bij jullie fonds?

‘Dat hangt ervan af. Gaat het om de inzet van een budgetcoach voor mensen met een krappe beurs, dan ligt de focus op de gevólgen van armoede. In dat geval financieren we niet. Als het gaat om een initiatief dat de óórzaken helpt wegnemen, dan doen we graag mee. Zo onderzoeken we met de gemeente Zaanstad of twee jaar lang wat extra financiële armslag gezinnen in armoede helpt om hun kansloze situatie te doorbreken.’

9. Hoe weet ik of mijn aanvraag past bij ‘een thuis’?

‘Het eerste waar wij als fonds naar kijken is: gaat het om mensen van wie de bestaanszekerheid onder druk staat? Dat is ook de sleutelvraag die je jezelf kunt stellen als je de aanvraag voorbereidt. Gaat het om mensen die bestaanszekerheid ontberen? Als dat het geval is, zien we je aanvraag graag tegemoet. Twijfel je of je aanvraag past, neem dan vooral contact met ons op. We vinden het fijn om samen te sparren over waar je kansen ziet en hoe we kunnen helpen om thuis te geven. Net zo lang tot iedereen een thuis heeft.’