1. Wat betekent Kansfonds voor jou?
‘Van huis uit ben ik opgegroeid met de katholieke kerk. En Kansfonds deelt daar een belangrijke missie mee. Het omzien naar anderen, naar de mensen zonder een thuis, zonder vangnet. Barmhartigheid is een kernwaarde waar ook ik zo goed mogelijk invulling aan geef. Toen ik werd gevraagd om voorzitter te worden van Kansfonds, twijfelde ik dan ook geen moment. Het jasje zit me als gegoten.’
2. Waar ben je trots op?
‘In mijn tijd bij Kansfonds heb ik mooie dingen zien gebeuren. Zoals de oprichting van Fonds Franciscus, waarmee we inloophuizen steunen. De financiële hulp die we mensen bieden, zonder ingewikkelde voorwaarden of bureaucratie; een benadering die ons ook kritisch naar onze eigen laagdrempeligheid liet kijken. En natuurlijk onze reactie tijdens de eerste golf van corona. Hoe snel we toen in actie zijn gekomen voor de mensen die dat ’t hardst nodig hadden. Daar ben ik allemaal ontzettend trots op.’
3. Heb je ervaring met de doelgroep waar Kansfonds voor werkt?
‘In 2015 liep ik een sociale stage via het Bisdom Roermond. Dat was een echte eyeopener. Ik liep bijvoorbeeld mee bij inloophuizen en ex-gedetineerden. Door de verhalen die ik hoorde realiseerde ik me dat je leven echt in één klap kan veranderen. Een scheiding, ontslag, een slopende ziekte: het kan ervoor zorgen dat je alles kwijtraakt. We gaan er in Nederland van uit dat iedereen goed voor zichzelf kan zorgen. Maar dat kan niet iedereen. “Iedereen moet meedoen?” Het klinkt mooi. Maar wat mij betreft veranderen we het in “Iedereen moet meetellen”.’
4. Wat vind je van de nieuwe koers van Kansfonds, met de focus op thuisgeven?
‘Daar sta ik volledig achter. Zorgen voor een thuis, zodat mensen in kwetsbare situaties niet buitengesloten raken. Dat is de basis. Het gevoel van “in de palm van mijn hand ben je veilig”, daar zijn mensen altijd naar op zoek. Want als ze daar eenmaal zijn, kunnen ze het leven beter aan.’
5. Hoe zie jij de toekomst van Kansfonds?
‘Kansfonds bestaat nu 65 jaar. En heeft zich in al die jaren steeds opnieuw uitgevonden. Eerst samen met de KRO, toen zelfstandiger onder een nieuwe naam, en nu met een vernieuwde focus. En dat alles samen met onze partners, want met elkaar bereik je meer dan alleen. Wij hoeven zelf ook niet te shinen, laat onze projecten dat maar doen. Die gaan uit van het beste in de mens. Dat is echte warmte. Ik ben zeer hoopvol over de toekomst.’