Het heeft lang geduurd voor ik tegen mezelf kon zeggen: Nasrien, je hebt niks verkeerd gedaan. Je was verliefd, je geloofde in de liefde. Maar de vader van mijn vier kinderen bleek een meedogenloze man te zijn. Door alles wat hij uithaalde, leefden we al snel onder de armoedegrens. En toen ik na een wurgpoging met hem brak, bleef ik achter met een flinke schuld en bakken ellende. Sindsdien moet ons gezin het doen met zo’n 90 euro leefgeld per maand. En soms met helemaal niks.
Inmiddels zitten we in de schuldhulpverlening. Tot die tijd waren het jaren van betaalachterstanden, rentes, boetes en schulden. Er was geen houden meer aan, we maakten van alles mee. Elektra die werd afgesloten. Geen water meer uit de kraan. We dreigden ons huis kwijt te raken omdat we de huur niet meer konden betalen. We hielden de moed erin. Intussen werd ik ernstig ziek.
Angst om hulp te vragen
Ik kan veel hebben. Maar ik krijg het heel moeilijk zo gauw de kinderen worden gestraft voor deze situatie. Er is veel onbegrip, mensen hebben geen idee. Zo had mijn zoon de schoolboeken nog niet binnen. Die worden vanuit het mbo-studentenfonds aangeschaft als ouders ze niet kunnen betalen. De docent bleek onverbiddelijk: geen boeken, geen toegang. Dat helpt hem toch niet verder? Mijn oudste werd door de Wmo-ambtenaar voor het blok gezet. Als niemand ons vanwege mijn ziekte kon helpen in huis, dan moest zij de mantelzorg maar op zich nemen. Ze liep daardoor studievertraging op en een negatief bindend studieadvies. En nu dan?
Ze kan haar opleiding verder wel vergeten. Ook houden we last van de Veilig Thuis-meldingen, terwijl hun vader allang weg is en de banden verbroken zijn. Die hele ellende ligt achter ons. Maar de meldingen staan nog steeds in onze dossiers. Als ik om hulp vraag, word ik gelijk scheef aangekeken. Steeds voel ik de dreiging dat iemand besluit om een melding te doen bij jeugdzorg. Maar niemand die meekijkt naar het échte probleem: er is gewoonweg niet genoeg geld om van te kunnen leven als gezin. Ik heb vaak om me heen gezien dat kinderen in dezelfde armoedige omstandigheden uit huis werden geplaatst. Ik vertrouwde niemand meer. Ik durfde daarom heel lang geen hulp te vragen. Tot ik na jaren een budgetcoach tegenkwam van wie ik dacht: met jou durf ik het aan.