‘Ik laat mijn stem nu horen, ik laat mezelf zien’

Haar kinderen groeien op met de voedselbank. Schoolreisjes zitten er niet in. Mensen roepen haar kinderen na: heeft je moeder je kleren geshopt in de prullenbak? 24 jaar al leeft Nasrien in armoede. En al die tijd wordt het echte probleem niet opgelost. Er is gewoonweg onvoldoende geld om van te leven. ‘Heel menselijk is het maatschappelijk systeem niet voor ons.’

Het heeft lang geduurd voor ik tegen mezelf kon zeggen: Nasrien, je hebt niks verkeerd gedaan. Je was verliefd, je geloofde in de liefde. Maar de vader van mijn vier kinderen bleek een meedogenloze man te zijn. Door alles wat hij uithaalde, leefden we al snel onder de armoedegrens. En toen ik na een wurgpoging met hem brak, bleef ik achter met een flinke schuld en bakken ellende. Sindsdien moet ons gezin het doen met zo’n 90 euro leefgeld per maand. En soms met helemaal niks.

Inmiddels zitten we in de schuldhulpverlening. Tot die tijd waren het jaren van betaalachterstanden, rentes, boetes en schulden. Er was geen houden meer aan, we maakten van alles mee. Elektra die werd afgesloten. Geen water meer uit de kraan. We dreigden ons huis kwijt te raken omdat we de huur niet meer konden betalen. We hielden de moed erin. Intussen werd ik ernstig ziek.

Angst om hulp te vragen

Ik kan veel hebben. Maar ik krijg het heel moeilijk zo gauw de kinderen worden gestraft voor deze situatie. Er is veel onbegrip, mensen hebben geen idee. Zo had mijn zoon de schoolboeken nog niet binnen. Die worden vanuit het mbo-studentenfonds aangeschaft als ouders ze niet kunnen betalen. De docent bleek onverbiddelijk: geen boeken, geen toegang. Dat helpt hem toch niet verder? Mijn oudste werd door de Wmo-ambtenaar voor het blok gezet. Als niemand ons vanwege mijn ziekte kon helpen in huis, dan moest zij de mantelzorg maar op zich nemen. Ze liep daardoor studievertraging op en een negatief bindend studieadvies. En nu dan?

Ze kan haar opleiding verder wel vergeten. Ook houden we last van de Veilig Thuis-meldingen, terwijl hun vader allang weg is en de banden verbroken zijn. Die hele ellende ligt achter ons. Maar de meldingen staan nog steeds in onze dossiers. Als ik om hulp vraag, word ik gelijk scheef aangekeken. Steeds voel ik de dreiging dat iemand besluit om een melding te doen bij jeugdzorg. Maar niemand die meekijkt naar het échte probleem: er is gewoonweg niet genoeg geld om van te kunnen leven als gezin. Ik heb vaak om me heen gezien dat kinderen in dezelfde armoedige omstandigheden uit huis werden geplaatst. Ik vertrouwde niemand meer. Ik durfde daarom heel lang geen hulp te vragen. Tot ik na jaren een budgetcoach tegenkwam van wie ik dacht: met jou durf ik het aan.

Laten we elkaar eens ontmoeten

Heel menselijk is het maatschappelijk systeem niet voor ons. Soms denk ik: ik ga een braderie organiseren. En dan nodig ik iedereen in armoede uit, én de mensen die deel uitmaken van het systeem. Tegen die laatsten zou ik zeggen: laten we elkaar eens ontmoeten. Vaak kon ik jullie niet vinden als ik jullie nodig had. Ik wist de weg niet. Ik kende de voorzieningen niet. Ik doorzag de regels niet altijd. Wat zouden jullie ervan vinden om ons te leren kennen en om beter te begrijpen waar wij tegenaanlopen? Zo raak je misschien je wantrouwen in ons kwijt. Misschien kun je zelfs óns vertrouwen terugwinnen dat we lang geleden in jullie zijn kwijtgeraakt.

Al die 24 jaar heb ik me bestraft gevoeld. Het was weinig liefdevol en vooral veroordelend. Ik heb zoveel stress te verduren gehad dat mijn lijf bij het minste of geringste op hol slaat. Een betaalde baan is vanwege mijn gezondheid geen optie meer. Maar ik kan nog heel veel wél. Ik laat nu mijn stem horen, ik laat mezelf zien. Iedereen mag meekijken in mijn leven om te begrijpen waarom de armoedeaanpak in ons land niet werkt. Ik zit in talkshows, ik praat met de burgemeester. Ik schaam me nergens meer voor. Ook help ik mensen op weg die in dezelfde situatie zitten als ik. Waarom? Ik wil voor hen degene zijn die ik zelf zo heb gemist.’

Tekst door Cecile Vossen, beeld door Marieke Odekerken.

Gewoon geld geven

Zo’n 830.000 mensen moeten alles uit zichzelf halen om er het beste van te maken. Elke dag weer. Terwijl er niet genoeg geld is om van te leven en de schulden zich intussen opstapelen. Laten we afrekenen met armoede, door te doen wat nodig is. Lees alles over ‘Gewoon geld geven’, ons programma om de armoede in ons land te helpen doorbreken.

Lees alles over het programma