‘In dit systeem ben ik een niemand’

Kylie (33) is samen met Nico en heeft drie kinderen. De vierde is op komst. De kachel mag alleen ’s morgens even aan om de ergste kou te verdrijven. Een minuut of tien. Haar grootste ergernis? Dat de kans op een beter bestaan je wordt ontnomen.

‘Schulden aflossen, dat is een rode draad in mijn leven. Op mijn achttiende moest ik door omstandigheden het huis uit. Dus daar ging ik, voortaan moest ik alles zelf uitzoeken. Er was geld nodig voor de huur. Voor eten. Voor de zorgverzekering. Voor mijn schoolboeken. En zo begon het stapelen van schulden.

Toen ik de vader van mijn twee oudste meiden leerde kennen, zaten we allebei in de min. Hij had ook schulden. Het werd er allemaal niet beter op, we kregen het niet voor elkaar. Bij de scheiding kreeg ik een flinke schuld mee: 14.000 euro. Toch is het me gelukt om in twee jaar tijd de helft ervan af te lossen. Daar ben ik best trots op.

Nu lukt aflossen niet meer. Dat is zo frustrerend. Omdat de prijzen zo stijgen, komen we zelfs niet meer uit met de 200 euro per maand voor eten, luiers en kleren. Ik zit weer overal achteraan te bellen om nieuwe betalingsregelingen te treffen. Maar goed, het is nu even wat het is. Werken zit er ook al tijden niet in. Ik heb ernstige bekkeninstabiliteit. Dat betekent veel pijn. En veel rust nemen. Nico is gestopt met zijn verpleegkundeopleiding om voor ons te zorgen. Anders zou het niet lukken hier thuis. We kennen in onze stad namelijk nauwelijks mensen om op terug te vallen.

Je wordt er wel creatief van als je lang in armoede leeft. Ik barst van de tips. Zoals een bank kiezen waar je veel verschillende rekeningen kan openen. Bijvoorbeeld een aparte rekening voor de energiekosten. Eentje voor de huur. En eentje voor de boodschappen. Bij die laatste liet ik standaard bij elke uitgave 10% ervan automatisch op een spaarrekening zetten. Dat werkte voor mij heel goed. Maaltijden preppen, daar ben ik ook goed in. Het is goedkoper om veel tegelijkertijd klaar te maken. En waar anderen misschien even een patatje halen als koken niet lukt, trek ik de diepvries open.

Maar ik mis ook veel. De gezelligheid van oude vrienden over de vloer. Ze uitnodigen zodat ik lekker voor ze kan koken. Het is ook moeilijk dat niemand je financieel mag helpen. Mijn moeder zou me graag wat toestoppen, zodat ik met de kinderen even wat leuks kan gaan doen. Maar als iemand me zo helpt, word ik daarvoor gelijk gestraft met een korting op mijn uitkering.

Mijn kinderen. Er is veel onderzoek gedaan naar kinderen die opgroeien in armoede. Ik maak me er zorgen over dat armoede vaak generaties wordt doorgegeven. Ik gun mijn kinderen een zoveel beter bestaan dan het mijne. De kinderen worden zich nu steeds bewuster van wie ze zijn, waar ze wonen, wat ze aan hebben, hoe ze eruit zien. Ik scoorde laatst bij het Leger des Heils voor een euro een Nikeshirtje voor mijn oudste dochter. Ze moest bijna huilen, zo blij was ze. Niet eens vanwege het shirtje zelf. Maar nu hoorde ze erbij, iedereen in de klas had er zo een.

Je hoeft kinderen niet altijd ‘ja’ te verkopen, maar altijd ‘nee’ – dat is pijnlijk. Nee, geen koekje. Nee, we gaan niet naar het pretpark. Ze zijn nog net te jong om open met ze te praten over onze situatie. Maar ik doe enorm mijn best om tegenover elke nee iets positiefs te zetten. We hebben bijvoorbeeld elke week een vaste spelletjesavond en een vaste filmavond. ‘Er zijn vast niet veel kinderen die dat thuis hebben’, zeg ik dan. Ik zie ze denken: nee, niemand. En dan leg ik uit hoe waardevol dat is, zo met elkaar.

Het moeilijkste van alles vind ik de uitzichtloosheid. Mijn droom is om gedragswetenschapper te worden. Maar ik ben 33 en op een studiebeurs heb ik daarom geen recht. Ik kan een tegemoetkoming krijgen in de studiekosten, maar dan vervalt mijn uitkering. Ik heb wel eens gevraagd aan de gemeente: kunnen jullie die studiebijdrage niet een jaartje door de vingers zien? Dan haal ik mijn propedeuse en kan ik mijn eigen geld verdienen. En nog beter: zo kan ik de armoedespiraal doorbreken waar mijn kinderen misschien in terechtkomen. Want zij zien mij als voorbeeld.

Door te investeren in mensen, komen mensen verder. Daarom investeren bedrijven ook in hun werknemers. Waarom gebeurt dat bij mensen in armoede niet? Niks kan. Dat maakt me soms witheet. Het is onmenselijk dat wie leeft in armoede de kans op een beter bestaan ontnomen wordt. Dat er maatoplossingen ontbreken die mensen verder helpen. In dit systeem ben ik gewoon een niemand. Maar ik ben Kylie. Een moeder die haar kinderen het goede voorbeeld wil geven. Een mens met dromen en boordevol ambitie. Ik heb de studieboeken voor de propedeuse allemaal al gelezen. Soms droom ik ervan dat ik met een schone lei mag beginnen. Dat er nieuwe kansen zijn die ik mag pakken. Hoe mooi zou dat zijn.’

Tekst door Cecile Vossen, beeld door Marieke Odekerken.

Gewoon geld geven

Zo’n 830.000 mensen moeten alles uit zichzelf halen om er het beste van te maken. Elke dag weer. Terwijl er niet genoeg geld is om van te leven en de schulden zich intussen opstapelen. Laten we afrekenen met armoede, door te doen wat nodig is. Lees alles over ‘Gewoon geld geven’, ons programma om de armoede in ons land te helpen doorbreken.

Lees meer over het programma