Op je 37e weer in je ouderlijk huis gaan wonen, dat was wel even wennen. ‘Ik had toen al een jaar of vijftien op mezelf gewoond, dus ik vond het een hele lastige stap. Ik voelde heel veel schaamte. Ook nu nog, als ik eraan terugdenk, kan ik het er warm van krijgen.’ Anoeska praat rustig en beheerst, maar voelt zich zichtbaar ongemakkelijk als ze vertelt hoe ze twaalf jaar geleden, na jaren stilzwijgen, haar moeder om hulp vraagt. ‘Het kostte echt heel veel moeite om te zegen: het gaat heel slecht met me. Ik denk dat ik mijn trots opzijgezet heb, bij mijn moeder heb aangeklopt en gewoon maar hoopte dat ik bij haar zou kunnen intrekken. Ik wist van tevoren niet hoe ze zou reageren, en een plan B had ik niet.’

Op achterstand
Anoeska zat diep in de problemen en kwam er zelf niet meer uit. Dat durven toegeven, was een enorme overwinning. Jarenlang hield ze de schijn op. ‘Ik kon heel goed mooi weer spelen.’ Tegen iedereen: familie, vrienden, collega’s. Niemand wist wat er aan de hand was. ‘Ik heb jarenlang samengewoond en we hadden het financieel prima. We hadden een leuke huurwoning in een leuke wijk. Op een gegeven moment zijn we uit elkaar gegaan en toen moest ik het in mijn uppie doen. Ik werkte toen 24 uur in de week in een baan waarin ik niet zoveel geld verdiende. Eigenlijk kwam ik al vrij snel op achterstand. Het lukte mij om mijn huur te blijven betalen en de andere vaste lasten, maar het ging steeds meer wringen.’
Geen geld voor eten
Ondertussen was Anoeska aan een deeltijdopleiding begonnen, ‘allemaal zelf betaald, omdat ik niet wilde dat mijn werkgever dat betaalde’. Daardoor namen haar financiële problemen toe. ‘Je auto gaat een keer stuk, dus ik kreeg steeds meer kosten erbij. Op een gegeven moment ben ik dusdanig in de schulden geraakt dat ik twee weken kon leven en na die twee weken was mijn bankrekening echt diep, diep in het rood. Mijn huur ben ik altijd blijven betalen, maar eten kopen lukte niet meer. Daar kom je nog wel een poosje mee weg als je met je moeder mee kunt eten of jezelf ergens uitnodigt, maar op een gegeven moment kon ik geen brood of warm eten meer kopen. Dan ga je je redden met van die goedkope noedels, of een kopje rijst.’
Eigen schuld
Erover praten of hulp zoeken deed ze niet. Best vreemd als je bedenkt dat ze ook toen al in de hulpverlening werkte. ‘Ik hielp mensen om uit de schulden te blijven, of schulden op te lossen. Maar ik was niet in staat om dat op mezelf toe te passen.’ Waarom niet, daarover heeft ze veel nagedacht. ‘Schaamte, en misschien ook wel een stukje trots, koppigheid en eigenwijsheid. En hier in het oosten is het heel erg van: je zorgt voor jezelf. Je praat vooral niet over je problemen en je laat zien dat het goed gaat.’ Bovendien vond ze dat het haar eigen schuld was. ‘Achteraf kan ik zien dat er gewoon veel te weinig geld binnenkwam en dat ik misschien wel recht had op bijvoorbeeld huurtoeslag, maar destijds heb ik daar niet aan gedacht. Ik had helemaal geen ruimte meer in mijn hoofd om überhaupt te denken aan oplossingen of mogelijkheden.’

Schaamte overwonnen
Door haar financiële problemen kreeg ze ook mentale problemen. ‘Het lukte gewoon niet meer. Ik liep compleet vast, zowel in mijn opleiding als mijn werk.’ Zowel letterlijk, want ze kon bijna niet meer bewegen, als figuurlijk. Door haar burn-out belandde ze in de ziektewet. ‘Het eerste jaar lukt dat dan nog wel. Maar dan kom je in het tweede ziektejaar en dan vervalt er een heel stuk van je inkomen. Dat heeft me genekt.’ Pas toen lukte het haar om haar moeder -haar vader was al jaren geleden overleden- om hulp te vragen. ‘Ik heb mezelf over heel veel trots heen moeten zetten en heel veel schaamte moeten overwinnen.’ Gelukkig mocht ze bij haar moeder in huis komen wonen. Tijdelijk was het idee, maar het werden drie jaar. ‘Achteraf is het voor onze band wel heel goed geweest. Daar ben ik wel heel dankbaar voor.’
Thuisloos
Anoeska heeft zichzelf nooit als dak- of thuisloos gezien. Totdat de organisatie waar ze bij werkt, meedeed aan de ETHOS-telling. ‘Ik ben er toen door iemand anders op gewezen dat ik ook thuisloos ben geweest. Zo heb ik mezelf eigenlijk nooit gezien, maar het klopt wel. Ik had geen eigen plek.’ Ook bij haar leefde het idee dat je pas dakloos bent als je op straat leeft, maar inmiddels weet ze beter. ‘Wij moesten bijvoorbeeld ook de mensen tellen die op een vakantiepark wonen. Nooit geweten dat mensen die daar tijdelijk wonen na bijvoorbeeld een scheiding of omdat ze financiële problemen hebben, ook behoren tot de dak- en thuisloze mensen.’ En wat ze zich nu ook realiseert: het kan iedereen gebeuren. ‘Je komt in de ziektewet, je valt in inkomen achteruit, je raakt je baan kwijt of je relatie gaat uit en dan raak je de controle kwijt.’
Controle terugkrijgen
Toen Anoeska haar schulden had afbetaald en weer wat financiële ruimte had opgebouwd, reageerde ze op elke woning die vrijkwam. ‘Op een gegeven moment kon ik een heel leuk klein huisje huren. Weer je eigen plekje hebben en zelf je vloerbedekking, bank en gordijnen kunnen uitzoeken, heerlijk! De controle terugkrijgen, dat vond ik het fijnste.’
Na drie maanden trok haar vriend, tegenwoordig haar echtgenoot, bij haar in. Na het overlijden van haar moeder hebben ze samen het ouderlijk huis kunnen kopen. ‘Dat voelt nog steeds heel onwerkelijk. Ik ben altijd heel bang geweest voor de verantwoordelijkheid die bij het kopen van een woning komt kijken. En soms vind ik het nog steeds spannend. Dan denk ik: wat gebeurt er als de auto stuk gaat? Of de wasmachine? Bij grotere uitgaven denk ik drie keer na. Alles om maar te voorkomen dat het weer gebeurt.’
Ervaringsdeskundige hulpverlener
Anoeska gebruikt haar ervaringen nu om andere mensen te helpen. ‘Ik weet dat iemand zich de ogen uit de kop kan schamen. Ik kan aanvoelen hoe het voelt om schulden te hebben. En ik weet dat iemand ook gekke sprongen kan maken, en grote uitgaven gaat doen die misschien helemaal niet handig zijn. Ik kan doorverwijzen. Juist omdat ik daar zelf die weerstand tegen heb gehad, kan ik daar doorheen kijken en zeggen dat het verstandig is om een stap te maken naar een professional. Hoe meer je in de problemen zit, hoe meer je het idee hebt dat je op je eigen eiland zit. Maar als je er dan uiteindelijk over praat of hulp zoekt, blijkt dat je een van de velen bent.’ Dat is dan ook Anoeska’s tip: ‘Hoe zwart het er ook uitziet, probeer toch, al komt het van onderuit je tenen, om hulp te zoeken.’