Onzichtbare groep zichtbaar maken
Noordoost-Brabant, met Oss en ’s-Hertogenbosch als centrumgemeenten, is de eerste regio in Nederland die de ETHOS methode heeft omarmd. Op 16 mei hebben 96 organisaties dak- en thuisloze mensen geteld. Aan deze zogenoemde point-in-time-meting deden niet alleen organisaties mee die zich specifiek richten op dak- en thuisloze personen, maar ook andere organisaties die deze mensen in beeld hebben, zoals buurtteams, (school)maatschappelijk werk, jeugdhulpverlening, de Nederlandse Spoorwegen, woningcorporaties, penitentiaire inrichtingen en ziekenhuizen. Onderzoeker Dorieke Wewerinke van het lectoraat Wonen en Welzijn van Hogeschool Utrecht: ‘Uit de resultaten blijkt dat het betrekken van organisaties die zich niet specifiek richten op dak- en thuisloosheid van cruciaal belang is om zicht te krijgen op alle dak- en thuisloze personen. De grote meerderheid van de in totaal 1498 getelde personen kwam namelijk via deze organisaties in beeld.’
ETHOS staat voor ‘European Typology of Homelessness and Housing Exclusion’ en hanteert een definitie waarbij dakloosheid wordt gezien als een gebrek aan volwaardige huisvesting. Daar vallen dus ook mensen onder die in de minder zichtbare situaties van dak- en thuisloosheid verblijven, zoals moeders met kinderen en jongeren. De 30-jarige Nikki heeft een baan en staat al jaren ingeschreven bij de woningbouwvereniging. Toch trekt zij al twee jaar lang met haar dochtertje van vriendin naar vriendin naar familielid. Uiteindelijk krijgt ze een crisiswoning- die eigenlijk niet voor haar bedoeld is. ‘Moeders en kinderen die niet in de problemen zitten, maar tussen wal en schip vallen door de huidige woningmarkt, dat is echt een vergeten groep.’ Datzelfde geldt voor jongeren. De 23-jarige Veerle woonde antikraak, moest dat huis uit en woont nu na een korte periode van bankslapen in illegale onderhuur. ‘Dat is een wiebelige constructie. Ik ben nog iedere dag op zoek naar iets waar ik wel legaal kan wonen, zodat ik van die stress af ben.’